Hoe kweek je Aardbeien?
Aardbeien zijn kruidachtige, doorlevende planten. Ze zijn zelfbestuivend en vermenigvuldigen zich via uitlopers. Hoewel ze bij het kleinfruit worden ingedeeld, worden ze toch mee opgenomen in het vruchtopvolgingsschema van de groententuin. Dit is vooral noodzakelijk om ziektes te voorkomen. Bij aardbeien onderscheiden we:
- éénmaal dragende soorten
- doordragende rassen
Standplaats
Geef ze een vruchtbare bodem op een eerder beschutte plaats. Vermijd vooral tochtige plaatsen. Ze hebben voorkeur voor een luchtige, humusrijke, goed doorlatende bodem. Vooral een hoge grondwaterstand in de winter moet worden vermeden of de wortels sterven af. Hou het perceel ook onkruidvrij. Veelal worden aardbeien op verhoogde bedden aangeplant. Plant aardbeien niet in de buurt van koolsoorten. Door het aanbrengen van stro rond de planten zorg je ervoor dat de vruchten mooi blijven tijdens regenbuien.
Aarbeien kunnen ook onder een tunnel worden geteeld. Zorg dat de tunnels zo'n 60cm breed zijn. Zet de steunringen 1m ut elkaar. Zorg ervoor dat de zijkanten kunnen opgerold worden zodat insecten die voor de bestuiving moeten zorgen bij de bloemen kunnen.
Ook in groeizakken kunnen aardbeien geteeld worden!
Planten
- Plantgoed koop je in vertrouwen.
- Voor het planten laat je de planten eerst goed water opnemen door ze in een emmer water te plaatsen.
- Zet de planten niet te dicht bij elkaar: 40-60cm.
- Op een plantbed zet je maximaal 3 tot 4 planten /m2.
- Voorzie percelen waarop je twee rijen uitplant.
- Planten die te dicht bij elkaar staan drogen niet zo makkelijk na een regenbui, waardoor gevaar ontstaat voor schimmelziektes.
- Voorzie een voldoende ruim plantgat en verrijk de grond door organische meststoffen of humusrijke grond toe te voegen.
- Plant ze niet te diep! Zorg ervoor dat de kroon van de plantjes juist boven het grondoppervlak komt te zitten.
- Na het planten flink water geven.
- Planten doe je trouwens best op een bewolkte dag of als er regen wordt voorspeld.
- De beste periode om te planten is tussen eind juli en half augustus. Je kan echter ook nog in het voorjaar (maart-april) planten.
- Voor doordragers is de beste planttijd in de tweede helft van september ofwel zo vroeg mogelijk in het voorjaar (frigoplanten!)
- Om onkruidgroei te vermijden breng je een mulchlaag aan rond de planten.
- Je kan ook het perceel afdekken met zwarte plastiek of antiworteldoek, waarin je gaten maakt om de planten uit te planten.
- Hou er rekening mee dat je het perceel steeds makkelijk moet kunnen bereiken en dat je het ook kan afspannen met netten tegen de vogels of in het voorjaar met vliesdoek om te beschermen tegen nachtvorst.
- Meststof voor aardbeien
Rassen
Er is een grote keuze aan soorten. De belangrijkste criteria zijn uiteraard productiviteit, maar ook smaak, houdbaarheid en ziekteresistentie. Er is een duidelijk onderscheid tussen junidragers (= éénmaal dragende) en doordragers of de zgn. dagneutrale rassen.
De junidragers zijn korte dag planten. Dit betekent dat de bloemen worden aangemaakt in het najaar als de dagen korter worden. Bij de junidragers is de bekendste variëteit: Elsanta.
Andere soorten éénmaal dragend (=junidragers):
- Elsanta: stevige, sappige vruchten met een sterk aroma
- Gorella: grote, mooi rode vruchten
- Elvira: sappige vruchten, ook geschikt voor glas of tunnel
- Bogota: oranjerood, grote opbrengst
- Darselect: grote vruchten, geschikt voor volle grond
- Gariguette
- Kimberly: vrij vroeg rijpend, oranjerode vruchten
- Pavana: laatrijpend, grote kegelvormige, helderrode vruchten
Bij de doordragers worden de bloemen onafhankelijk van de daglengte aangemaakt. Dit betekent ook dat de oogstperiode bij de junidragers beperkt blijft tot een viertal weken, terwijl de oogst van de doordragers 4-5 maanden continu doorloopt. Bij de doordragers zijn de bekendste variëteiten Selva en Ostara.
Andere soorten - doordragend:
- Everest: zeer productief, relatief laat rijpend
- Ostara: goede smaak, kegelvormige, helderrode, sappige vruchten
- Selva: matige smaak
- Everglade: vroeg rijpend
- Rabunda
- Rapella: productieve soort met kegelvormige, helderrode vruchten
- Mara des Bois: een kruising tussen de bosaardbei en de moderne aardbeien. Zeer smakelijke vruchten. Gezonde soort.
TIP: behoud bij de doordragers niet te veel bloemen per plant, zo kan je de oogst rekken.
Wat zijn klimaardbeien?
dit zijn doordragende rassen waarvan je de uitlopers aan draden opbindt?
'Mara des Bois'
Voor een meer uitgebreid overzicht van beschikbare rassen: KLIK HIER
Teelt
Bij de teelt maken we onderscheid tussen:
- Eenjarige teelt: elk jaar komen de aardbeien op een andere plaats te staan en na de oogst worden de planten opgeruimd.
- Tweejarige teelt: je voorziet twee percelen, op het eerste perceel plant je de aardbeien uit. De nieuwe uitlopers worden uitgeplant op het tweede perceel en daarna worden de aardbeien van het eerste deel opgeruimd.
- Meerjarige teelt: de planten blijven maximaal vier jaar op dezelfde plaats staan. Na vier jaar zijn de planten uitgeput en moeten ze vervangen worden.
Vermeerderen
Uitlopers verwijder je in juli/augustus van de moederplanten. Je kan ze ook aan de plant laten staan en in het voorjaar (maart) uitplanten. Je kan de uitlopers direct in volle grond uitplanten of je kan bloempotjes met grond vullen en daarop de uitlopers vastleggen. Als de jonge planten beworteld zijn, maak je ze los van de moederplant en kan je ze uitplanten.
Goed om weten:
- De professionele teelt gebeurt in België in twee specifieke gebieden en met twee specifieke teeltsystemen. In Zuid-Limburg en het Hageland wordt er vooral in volle grond geteeld, terwijl er in de Noorderkempen vooral geteeld wordt op substraat.
- In de professionele sector wordt door vervroegen en verlaten een steeds grotere spreiding bereikt.
- Bij beroepskwekers worden de planten na één seizoen reeds vervangen. Dit is vooral om ziektes te vermijden.
- De meeste aardbeien die we nu telen zijn afkomstig van twee Amerikaanse soorten:Fragaria virginiana en Fragaria chiloensis (een soort met grote witte vruchten). Deze laatste soort werd in Chili ontdekt door de Fransman Frézier. De naam F. ananassa is te danken aan het feit dat ze naar ananas ruiken.
- De aardbeienteelt is waarschijnlijk in de 14de eeuw in Frankrijk ontstaan. -Lodewijk XIV was verzot op aardbeien en ze werden dan ook massaal gekweekt in de serres van Versailles.
- Aardbeien worden al heel lang als schoonheidsmiddel gebruikt: om de huid te verstevigen en tegen rimpels.
- In België en Nederland is de bosaardbei (Fragaria vesca) inheems. Ze bevat veel vitamine C, mineralen en looistoffen
- Bij aardbeien zitten de zaadjes niet in, maar op het vruchtvlees. De zaadjes zijn eigenlijk droge minivruchtjes en het vruchtvlees is de gezwollen bloembodem, niet het vruchtbeginsel. Tijdens het rijpingsproces gaan de cellen zwellen en ze maken zich los van elkaar. De vrucht zit vol kleine luchtbelletjes. De vorm blijft behouden door de druk van de inhoud van de cellen die elke cel tegen naburige cellen aandrukt. Wanneer de druk wegvalt (uitdroging, vriezen) waarbij de celwanden beschadigd raken worden de vruchten zwak.
- De meeste van de bij ons geteelde soorten zijn kortedag-planten. De bloemknoppen worden dus aangemaakt in een periode met minder dan veertien uren daglicht (september-oktober).
- Wist je dat er ook WITTE aardbeien bestaan?
Lees ook:
Als aardbeien zelfbestuivend zijn, waarom moet je de tunnel dan aan de zijkant op kunnen rollen om de insecten erbij te laten voor de bestuiving?
Lia Vrijdag 25 Maart 2022 om 17:39
Log in om een reactie te plaatsen