Aruncus dioicus - Geitenbaard

Naam

Aruncus is de Latijnse naam voor geitenbaard (bloeiwijze)

dioicus = tweehuizig

Nederlandse naam

 Geitenbaard

Familie

 Rosaceae

Herkomst

 Europa (o.a. Jura), Kaukasus, Himalaya, Noord-Amerika

Hoogte

 80-120cm

Blad

 Grote, twee- tot driemaal geveerde bladeren, Blaadjes zelf dubbel gezaagd.

Bloei

 Zeer kleine bloemen in fraaie grote eindstandige pluimen. De plant is tweehuizig: de bloemen bij de vrouwelijke  planten zijn geelachtig wit, bij de mannelijke zijn de  bloemen witter en fijner.  

Bloeitijd

 juni-juli

Standplaats

 Zonnig en halfschaduw. Grond moet voldoende vochtig zijn, maar verdraagt ook droogte. Toe te passen in een bostuin. Bij aanhoudende droogte in het voorjaar, regelmatig  water geven.

Algemeen

 Mooi solitaire plant. Vormt grote pollen met stevige stengels die tot anderhalve meter kunnen worden. Groeit van nature in vochtige bossen op schaduwrijke plaatsen en langs beekjes, meestal in de bergen. Het is een sterke vaste plant die jaren op dezelfde plaats kan blijven staan zonder te hoeven delen of splitsen.  

Vermeerderen

 Scheuren om zeker te zijn van mannelijke of vrouwelijke planten.  

Cultivars/soorten 

 Aruncus dioicus 'Kneiffii': 80cm hoog. Ingesneden blad

Aruncus aethusifolius: kleinere soort die slechts 30cm hoog wordt. Voorkeur voor kalkrijke grond.

 Astilbe, Geranium-soorten, Digitalis, Rodgersia,

Rhododendron,  Gillenia