MijnTuin.org
Wil je gepersonaliseerde informatie ontvangen over jouw tuin?
Heb je reeds een MijnTuin.org account? Aanmelden
Registreer je nu gratis!

Zelf tuinieren? Hoe begin je met een eigen moestuin?

55399 x gelezen
Eddy G. door Eddy Geers • Vrijdag 18 Februari 2022 Volg Eddy G.

Stap 1: Waar moet de moestuin komen

Een moestuin leg je niet om het even waar aan in je tuin. Bezin eer je begint, en kies zorgvuldig een geschikte plek.
Geef de moestuin liefst een zonnige, lichte plek, als het eventjes kan op het zuiden of zuidwesten gericht.
De moestuin moet ook goed bereikbaar zijn voor nuttige insecten, die voor de bestuiving en bevruchting moeten zorgen. Daarom kun je best een aantal (sier-)planten voorzien, aan de rand, die zulke insecten aantrekken: veldesdoorn, rimpelroos, een krentenboompje, sering of kolkwitzia zijn bijvoorbeeld goede opties.


Stap 2: Hoe groot moet je moestuin zijn

Pas de grootte van je moestuin aan jouw behoeften aan en aan de tijd die je er aan zult kunnen besteden.
Je kunt beter klein beginnen en ervoor zorgen dat er plaats is voor een eventuele uitbreiding later, dan dat je meteen met een reus van een moestuin begint. Een moestuin vraagt immers dagelijks om wat aandacht.

Voor een echte beginneling is een lapje grond van zo’n 10 m² ruim voldoende. Als je ervan droomt om – bijna – het hele jaar door je eigen verse groenten te oogsten, dan moet je ongeveer 50 m² oppervlakte per persoon voorzien.
Als je ook nog eens van fruit wil genieten, en kleinfruit voor jam, dan moet je al snel 80 m² per persoon voorzien.
In een moestuin tot 100 m² moet je ongeveer een halve dag per week werken in het voorjaar.
Een grotere moestuin, waar bijvoorbeeld ook fruit in groeit, vraagt al snel acht uur aandacht per week, van maart tot en met juni. Bepaal dus of je eigenlijk wel tijd hebt voor je grootse plannen. 

Tip: Mensen die maar een heel beperkte ruimte ter beschikking hebben of enkel een balkon hebben, kunnen tuinieren in potten. Er zijn tegenwoordig heel wat mooie grote vierkante potten te vinden, die misschien niet de oppervlakte van een perceel hebben, maar waar je toch ook behoorlijk wat kunt uit oogsten.


Stap 3: Deel je moestuin logisch in

De percelen van je moestuin staan best loodrecht op het hoofdpad. Ze zijn liefst allemaal even groot, dat is belangrijk voor de vruchtwisseling. Een ideale breedte voor een perceel is 80 cm en de percelen scheid je best van elkaar door paden van 60 tot 80 cm breedte. Alle perceeltjes moeten immers vlot bereikbaar zijn met een kruiwagen.

Je moet je moestuin ook beschermen. Voor de beschutting, of als omheining kun je bessenstruiken aanplanten, bijvoorbeeld frambozen of rode bessen, of een rij aardperen, zonnebloemen of maïs zetten.


Stap 4: Maak de grond klaar

In de volksmond wordt wel eens gezegd: ‘Zorg voor je bodem en de planten zorgen voor zichzelf’.
Het is dus van essentieel belang dat je je lapje grond optimaal voorbereidt, door de bodem van voldoende voedingsstoffen te voorzien en voor een goede losse structuur en een goede drainage te zorgen.

  • Verrijk je bodem indien nodig met organisch bodemverbeterend materiaal. Je vindt allerlei aangepaste producten in tuincentra. De producten kunnen soms duur uitvallen, maar als ze van goede kwaliteit zijn, geven ze ook heel goede resultaten.
  • De bovenste laag van de bodem, zo’n 15 tot 20 cm, moet altijd goed losgemaakt en luchtig zijn.
    Dit doe je door met een spit- of woelvork de grond los te spitten. Let wel op, want losgemaakte grond mag je niet te lang onbegroeid laten, anders droogt hij uit en verhardt hij. Je percelen klaarmaken door onder meer los te spitten, doe je dus maar een week voor je gaat inzaaien.
  • Je moestuin zal regelmatig water nodig hebben. Water zorgt immers voor het transport van de voedingsstoffen naar de planten. Door een mulchlaag rond je plantgoed aan te brengen, beperk je het risico dat de bodem uitdroogt. Cacaodoppen of kokosschors vormen hiervoor het perfecte afdekmateriaal.
  • Kalk strooien in de moestuin kan noodzakelijk zijn om een goede zuurtegraad, pH, te bekomen.
    Voor een vlotte opname van voedingselementen en voor een goede groei is die zuurtegraad van vitaal belang. Een bleke bladkleur en een slechte groei wijzen meestal op problemen.
     

Als je wil moestuinieren, moet je weten met welke grond je te maken hebt.

Zandgrond bevat weinig voeding en kan onvoldoende vocht vasthouden.
Je zult de grond dan ook een handje moeten helpen.Het voordeel van zandgrond is dan weer dat je het makkelijk kunt bewerken en dus verbeteren en dat de bodem sneller opwarmt in het voorjaar zodat je vroeger kunt starten.

Kleigrond kampt met andere problemen: die grond is zwaar van structuur en bevat te weinig lucht en te veel vocht.
Om de structuur te verbeteren kun je zware kleigrond mengen met grof zand, compost of humus.
Je leest het, wie een moestuin wil aanleggen die kans geeft op slagen, moet er best wat tijd  en moeite in steken.

 

Wat is een mulchlaag?

Het is een laag organisch materiaal - bijvoorbeeld grasmaaisel, cacaodoppen of boomschors - dat ervoor zorgt dat de bodem vochtiger blijft en je dus minder vaak water moet geven.
De mulchlaag zorgt er ook voor dat er minder onkruid kan groeien en dat je dus minder vaak moet wieden.
Het is namelijk van groot belang dat je percelen altijd onkruidvrij zijn. Doordat je organisch materiaal gebruikt, wordt de bodemstructuur bovendien verbeterd.

3 reacties

  • Kiki B. Kiki B. Aanvullend: eerst de ph van je grond testen voordat je zomaar kalk toevoegt. Kalk verarmt het bodemleven. Om zware of dichtgeslempte grond te verbeteren kan je naast de genoemde middelen ook lavagruis doormengen. Dit bevordert drainage en is goed voor de grond. Bij zandgrond kan je met mate Bentoniet doormengen.
    Dinsdag 9 Februari 2016 om 09:37
  • Kiki B. Kiki B. Als grof zand kies je het beste voor brekerzand.
    Dinsdag 9 Februari 2016 om 09:38
  • Marcel V. Marcel V. Danke boor dit artikel!Marcel
    Zondag 11 Maart 2018 om 16:27

Log in om een reactie te plaatsen