MijnTuin.org
Wil je gepersonaliseerde informatie ontvangen over jouw tuin?
Heb je reeds een MijnTuin.org account? Aanmelden
Registreer je nu gratis!

Begonia- Tuberhybrida-groep

1416 x gelezen
Eddy G. door Eddy Geers Volg Eddy G.

Wie van een onderhoudsvriendelijk terras of balkon droomt en hiervoor niet te diep in zijn geldbuidel wil tasten, moet beslist eens denken aan begonia's. Met een minimum aan moeite geeft deze vrolijke bloeier vijf maanden vreugde en kleur aan je huis. De keuze in het assortiment is bovendien zo ruim dat je eindeloos kunt variëren.

clip_image001(574).jpg


• Goed om weten!
De plant dankt haar naam aan de Franse amateurbotanicus en plantenverzamelaar Michel Bégon (1638-1710), gouvereneur van Haïti. De plant werd echter ontdekt door Charles Plumier op Haïti. Hij tekende ze enkel en beschreef ze maar nam ze niet mee naar Frankrijk. Pas in 1864 werden de knolbegonia's naar Europa gebracht door Engelsen die in Zuid-Amerika op plantenjacht waren voor de bekende Londense kwekers James Veitch en zonen. De Belgische kweker Louis Van Houtte begon onmiddellijk met het kweken en veredelen. Hij ontdekte dat de planten ook in volle grond konden gedijen, en dat was het startsein voor de begoniateelt in Oost-Vlaanderen.


Algemeen De groep van grootbloemige knolbegonia's wordt botanisch aangeduid als Begonia x tuberhybrida. Dit is een groep met grote onderlinge verscheiden- heid. De planten zijn enorm kleurrijk en veelzijdig. Ze zijn bovendien zeer rijkbloeiend en vragen weinig aandacht. Ze zijn uitermate geschikt om te worden toegepast in potten en bloembakken. De bloemen zijn uitermate geschikt voor het maken van bloemtapijten in openlucht. Een traditie die jarenlang werd toegepast in Lochristi, Laarne en Destelbergen. Ook op de vijfjaarlijkse Floraliën worden de bloemen nog steeds verwerkt in allerlei bloementapijten en motieven.


PRAKTISCH Wanneer planten ? In het voorjaar (februari-maart). Je plant de bollen met hun holle kant (ingedeukte kant) naar boven in potten of bakken op 15 à 20 cm van elkaar en bedekt ze met een dun laagje potgrond. Je houdt de bakken in een normaal verwarmde kamer/ruimte (16 à 18°C). Zodra er blaadjes zichtbaar zijn, plaats je de bakken in het licht. Een vensterbank is een uitstekende plaats. Vermijd in het begin echter te fel zonlicht. Als alle vorstgevaar geweken is, mag je de bakken buiten zetten op hun definitieve plaats.

Hoe verzorgen ? Begonia's verdragen direct zonlicht maar moeten op een zonnige standplaats zeer regelmatig gegoten worden. De beste standplaats bevindt zich in de halfschaduw buiten de wind. Begonia's verdragen geen droge grond en floreren het best indien je ze elke veertien dagen wat bijmest. Voeg hiervoor mestkorrels of vloeibare meststof toe aan het gietwater. Verwijder ook regelmatig de verwelkte bloemen; dat bevordert de vorming van nieuwe bloemen. Begonia's laten zich niet ontmoedigen door slecht weer. Ze bloeien bij elk weertype.

Last van hooikoorts ? Handig voor hooikoortslijders is dat begonia's geen enkele bedreiging vormen voor de slijmvliezen. De stuifmeelkorrels zijn immers zo zwaar dat ze direct op de grond vallen en niet zweven. Een andere troef van begonia's is dat ze geen bijen of wespen aantrekken. Ook ratten en muizen en konijnen laten de plant ongemoeid. Liefhebbers van begonia's in volle grond bijvoorbeeld in een bomenrijk gebied, hoeven dus niets te vrezen.

Hoe bewaren ? De begonia is een knol die je zelf kunt overwinteren en in de lente opnieuw kunt planten. De bloeiperiode is bovendien erg lang. De bloei duurt de hele zomer tot het optreden van de eerste nachtvorst. Voor strenge vorst optreedt, moet je de knollen uit de grond halen. Bewaar ze vorstvrij op een droge plaats tot in de lente en plant ze dan opnieuw.


HET AANBOD VAN BEGONIA'S


1. De rechtopstaande soorten: deze kunnen zowel gebruikt worden in de tuin, in borders, in bloempotten als in bakken.

We onderscheiden: A.de dubbelbloemige begonia's -Grandiflora's: ook grootbloemige begonia's genoemd. Ze hebben dikgevulde dubbele bloemen en zijn verkrijgbaar in wit, geel, roze, zalm, oranje, scharlaken en donkerrood. -De Fimbiata's: deze lijken erg op anjers en hebben een gebekte (gefriseerde) rand; -De Picotee: soorten met twee verschillende kleuren per bloem.

B. de kleinbloemige begonia's -Multiflora: ze hebben kleine bloemen die bijzonder talrijk zijn. De bloemen zijn enkelvoudig of gevuld. -Multiflora maxima: veelbloemige planten geschikt als bodembedekker. -Non-stop: deze worden gekenmerkt door een uitbundige en langdurige bloei. C.de enkelbloemige begonia's. -Crispa marginata: Die hebben bloemblaadjes met een golvende en gekroesde rand die contrasteert met de rest van de bloem. De planten zijn erg compact en de planten zijn enkelbloemig. -Bertini compacta: kortere plantjes met veel enkele bloei in drie opvallende kleuren: oranje, geel of wit.


2. De hangende soorten: deze zijn ideaal om in hangpotten of vazen te zetten en om vensterbanken te decoreren. men noemt ze ook de Pendula. Hierin onderscheiden we: A. De grootbloemige hangende begonia's (Pendula- Cascade): dit zijn hangbegonia's met grote afhangende bladeren en bloemen. Ze zijn ideaal voor hanging baskets. B. De gewone kleinbloemige Pendula : deze hebben dunnere stengels en zeer veel bloemen, ze zijn bovendien prijsvriendelijk.

Begonia's zijn, zoals te verwachten valt, niet inheems. Infeite komen ze enkel voor in tropische en subtropische streken van Azië, Afrika en Amerika. Hun aantal en diversiteit is er enorm. Er zijn meer dan 1000 wilde vormen. Tel daar nog de veredelde rassen bij en je mag stellen dat de begonia's een van de uitgebreidste geslachten zijn in de sierteelt. Zoals zo vaak is de plant genoemd naar een persoon. Dit keer naar Michel Begon, die van 1682 tot 1685 gouverneur van Haïti was. De Franciscaan Charles Plumier uit Marseille bestudeerde er in zijn opdracht de flora en benoemde de plant, die al in de veertiende eeuw beschreven werd. De begonia is via Groot-Brittannië in België terecht gekomen. Het was de Gentenaar Louis van Houtte die vaststelde dat de begonia uitstekend geschikt is om in volle grond te telen en zo startte de begoniateelt in het laatste kwart van de negentiende eeuw in Oost-Vlaanderen.

De teelt is nu een zuiver Oost-Vlaamse aangelegenheid die zich concentreert in Lochristi, Destelbergen en Laarne. De gemeenten zijn echt een uitstapje waard. Passeer er eens in de zomermaanden en geniet van de veelkleurige uitgestrekte begoniavelden. Er worden zowel begonia's geteeld voor de productie van knollen als voor de aanleg van begoniatapijten. België is de grootste exporteur van begonia's. Het merendeel wordt geëxporteerd naar Nederland. Andere belangrijke afnemers zijn Groot-Brittannië, Frankrijk, de V.S., Canada en Duitsland

Aansluitend artikel.

Reacties

Er zijn nog geen reacties.

Log in om een reactie te plaatsen