Bonsai- Categorieën in Bonsai's
A. VOLGENS DE SOORT VAN PLANT EN DE KENMERKEN HIERVAN.
Er wordt onderscheid gemaakt in zes categorieën. Elke bonsai kan hierin ondergebracht worden.
1. Coniferen/Pinus : Deze bomen dragen naalden of schubben. Meestal zijn het groenblijvers. In deze familie kunnen we de den (Pinus), de spar (Picea), de lork (Larix), pijnboom (taxus) en Cypress onderbrengen. Deze soorten blijven meestal groen, maar vertonen toch kleurverschillen in de winter of kaarsjes in de zomer die de nieuwe groei aanduiden.
2. Loofbomen: Bladverliezende loofbomen, die dus ‘natuurlijk’ leven volgens het ritme der seizoenen en elk jaargetijde wel iets mooi te bieden hebben. Bv. de mooie herfstverkleuring van sommige esdoornsoorten. Het bijna- oranje eerste blad dat dan verkleurt tot groen en later oranjerood in de herfst. In deze categorie vinden we esdoorn, beuk, olm, es, eik, haagbeuk, zelkova, linde, lijsterbes, enz...
3. Bloeiende bomen: Alle houtachtige gewassen met een opvallende bloeiwijze van decoratieve waarde behoren tot deze categorie. Er wordt dus vooral getraind op de bloei. Dit houdt echter in dat deze bomen ook maar éénmaal per seizoen echt toonbaar zijn, nl.als ze in volle bloei staan. De rest van het jaar wordt er gewerkt om de bloemen voor het volgende jaar te verkrijgen. Sommige van deze soorten kunnen kleine, (of zelfs grote vruchten verkrijgen!) Maar de werkelijke vrucht verkleint niet, dus zal er in het aanbod van fruit op een boom gesnoeid moeten worden, om uitputting van de boom te voorkomen. Soorten: rhododendron, wisteria, vuurdoorn, meidoorn, cotoneaster, kerselaar, pruimelaar, appelaar, forsythia, potentilla, enz...
4. Composities: Dit zijn creaties waarvan verschillende elementen in tel zijn.
- Bos of groep: meer dan drie afzonderlijke bomen bepalen de compositie Er wordt de illusie van een echt bos opgeroepen. Een duidelijke hoofdboom én een tweede boom bepalen de uitstraling qua leeftijd. De andere bomen worden gebruikt om diepgang te creëren. Jonge twijgen zoeken hun weg naar het licht, dus dit is ook een van de belangrijkste leidraden tot het maken van een groepsbeplanting met perspectief.
- Rotsbeplanting: één of meerdere bomen in combinatie op een rots geplant. Hiervoor geldt de regel van de koudegrens. In hoger gedeelten van bergen treffen we enkel nog Pinussen (dennen) aan, dus dit wordt zeker zo gebruikt in bonsaicomposities. Hier worden ook veel cascade-boompjes (neerwaarts groeiende) gebruikt zogezegd onder invloed van sneeuw- en rotsinslag. Sommige delen worden louter met klein-harig mos beplant. Natuurlijk is het interessanter om een rots met gaten te gebruiken waarvan de bovenzijde reeds lichter of zelfs witter van kleur is om sneeuwval op te roepen. Illusie weet U wel…
- Landschap of saikei : een miniatuurlandschap wordt gecreëerd met boompjes, kleine plantjes en rotsen. Chinezen gaan hierin zéér ver door hier ook huisjes en dergelijke bij te plaatsen zodat het werkelijk als kitch overkomt. Maar een natuurlijke sakei kan zéér rustgevend en mooi zijn door de juiste zen-rustgevende rotsen te selecteren, gecombineerd met een miniem gebruik van planten. More is less…
5. Sho-hin : Alle bonsai onder de 21 cm. De kleinste en de fijnste onder de miniaturen. Met slechts een strikt minimum aan takjes moeten ze de indruk wekken van een volwassen boom. Deze categorie staat in zéér kleine potjes en vereist meer aandacht en zorg. Alles is ook geconcentreerd op dit ultrafijne. Een mini-mini-klein hapje uit een landschap met een boom of compositie.
6. Niet-houtachtige gewassen: Tegenwoordig worden heel wat vetplanten in bonsaivormen gekweekt. Niet helemaal in dezelfde geest en stijl van echte bonsai, daarom dus deze aparte categorie. Komen in aanmerking: o.a; de Crasulla, omdat deze reeds regelmatig boomachtige allures aanneemt.
B. Volgens de stijl die de boom heeft: Bonsaistijlen zijn zuiver geïnspireerd op wat men in de natuur kan aantreffen. Bepaalde stijlen kunnen we slechts vinden in verwilderde landschappen, waar weer en wind vrij het lot van de bomen bepaalden. Binnen onze goed onderhouden parken en bossen vinden we meestal maar enkele stijlen terug. De natuur in zijn ruwheid moet voor bonsai dienen als grote inspiratiebron. Een goede inspiratiebron zijn de bijna gecalligrafeerde Chinese en Japanese pentekeningen met oude landschappen.
Binnen elke stijl zijn enorm veel variaties of mogelijkheden. Een combinatie van verschillende stijlinvloeden is mogelijk. De vorm, primerende stijl of het aantal stammen bepaalt meestal de categorie. De gebruikte benamingen van de stijlen zijn algemeen en internationaal aanvaard in bonsaimilieus.
- CHOKKAN Rechtopgaande stam
- SHAKKAN Hellende stam
- MOYOGI Gebogen opgaande stam
- SEKI-JOJU Wortels over een rots
- ISHIISUKI Rotsbeplanting
- NEJIKAN Gedraaide stam
- HAN-KENGAI Half-Cascade
- KENGAI Cascade
- BUNJIN Literati, geleerdenstijl
- KORABUCHI Stam uit stomp
- TAKAZUKURI Octopusstijl
- IKADABUKI Vlotstijl
- BANKAN Zeer bochtige stam
- HOKIDACHI Bezem
- SABAMIKI Gespleten stam
- SOKAN Dubbelstam
- YOSE-UE Groepsbeplanting
- SOJU Twee aparte bomen
- SHARIMIKI Drijfhout
- FUKINAGASHI Gejaagd door de wind
- NEAGARI Steltwortels
- SAIKEI Landschap
- KABUDACHI Meerdere stammen uit een wortelhals
- NETSUNAGARI Meerdere stammen uit oppervlaktewortel
Er zijn nog geen reacties.
Log in om een reactie te plaatsen