Carum carvi - Karwij - kummel
Naam | Carum carvi |
Nederlandse naam | Karwij, kummel |
Familie | Apiaceae |
Herkomst | inheems in Europa, Azië en Noord-Afrika |
Zaaien | Begin voorjaar in volle grond uitzaaien. |
Hoogte | tot 60 cm |
Bloeitijd | Juni-juli. Bloeit in het tweede jaar na uitzaaien met witte bloemen in schermen. Na de bloei verschijnen de spitse ovale, donkerbruine of bijna zwarte zaadjes. |
Algemene kenmerken | Winterharde tweejarige. Blaadjes lijken op die van wortelen. |
Standplaats/ habitat | Vruchtbare goed doorlatende grond. Zonnig. |
Keuken | Het blad wordt verwerkt in soep en salades. De zaadjes in gebak, deegwaren, roomkaas, vlees- schotels (vb goulash). |
Gebruik | Het zaad wordt in potpourri toegepast tegen motten. De olie wordt ook in zeep en reukwater toegepast. Op de zaadjes kauwen helpt tegen slechte adem. Medicinaal helpt het tegen darmkrampen bij baby's en winderigheid bij volwassenen. Helpt ook bij griep en verkoudheden (kruidenthee). |
Tip | Hang de bloemhoofden omgekeerd te drogen in een papieren zak om de zaadjes op te vangen. |
Er zijn nog geen reacties.
Log in om een reactie te plaatsen