Checklist: Tips voor het planten
1- Het plaatsen van planten op een geschikte standplaats, de keuze van een ziektebestendige variëteit en een gezonde bodem zijn drie belangrijke principes in het voorkomen van plantenziektes. Deze plantenziektes zijn vaak te wijten aan een te harde, te vochtige of te droge bodem.
2- Zet de juiste plant op de juiste plaats. Voor elke plaats zijn aangepaste planten beschikbaar. Zo heb je planten die geschikt zijn voor een plaats in de volle zon terwijl andere het enkel goed doen in de schaduw. In de meeste catalogi van kwekers vind je bij de plantenlijst aanduidingen omtrent de wensen van de plant. Hou hiermee rekening en probeer niet om planten te manipuleren. Als u rekening houdt met de natuurlijke groeiomstandigheden van een plant kan u dit vertalen naar uw tuin.
3- Een grondonderzoek is geen overbodige luxe en leert je (bijna) alles over de zuurtegraad en de voedingstoestand van de bodem. Tuingrond heeft meestal een waarde die zich situeert tussen 4 en 8. Ter verduidelijking: de pH-waarde situeert zich tussen 0 en 14. een pH van 7 noemt men neutraal. Een pH lager dan 7 noemt men zuur, een pH hoger dan 7 noemt men basisch of alkalisch. De meeste planten (vaste) groeien goed in een bodem met een pH tussen 5.5 en 6.5. De pH bepaalt ook de opname van de voedingsstoffen in de bodem. Zo kunnen plantenwortels bij een bepaalde pH geen of niet voldoende voedingsstoffen opnemen. Hierdoor ontstaan gebreksverschijnselen waardoor de planten zwakker worden en minder weerstand hebben tegen ziektes.
4- De zuurtegraad van uw bodem kan u makkelijk aanpassen. Te zure grond moet je bekalken en bij grond die te basisch is kan je turf ondermengen of speciaal samengestelde grond voor zuurminnende planten (heide, rhododendron…)
5- Een goede bodemstructuur is noodzakelijk en is de basis voor gezonde planten. Om een goede bodemstructuur te bekomen kan u compost onderwerken of gedroogde bodemverbeteraars zoals koemest, vivimus, koe-kuiken-paardenmest. Door het gebruik van bodemverbeteraars zoals compost verhoog je het humusgehalte van de bodem en kan een bodem meer vocht opslaan om droge perioden te overbruggen.
6- Planten die in containerpotten zijn geteeld kunnen bijna jaarrond worden geplant. Het beste tijdstip blijft echter het voorjaar en het najaar. Hou daarbij nog rekening dat planten die in de zomer en de herfst bloeien, het best in het voorjaar worden geplant en planten die in het voorjaar en de (vroege) zomer bloeien het best in het najaar. Maak een voldoende groot plantgat. Voor heesters reken je hiervoor op anderhalve maal de breedte en de hoogte van de kluit. Meng de tuingrond met compost of een aangepaste beplantingsaarde, waarin reeds een basisbemesting zit. Zorg dat de bodem van het plantgat goed luchtig is, zodat de wortels kunnen aanslaan. Zet de wortelkluit in een emmer of bak met water, zodat deze voldoende vocht kan opzuigen. Onder droge omstandigheden regelmatig water geven na het planten.
Wat de plantafstand betreft hou je ook best rekening met wat staat aangegeven in de catalogi.
Hoe aanplanten ?
Stap 1
Graaf een plantgat dat ruim dubbel zo groot is als de wortelkluit.
Stap 2
Meng 1 deel uitgegraven grond met 2 delen DCM Vivimus®. Bedek de bodem van het plantgat met een flinke laag van het mengsel.
Stap 3
Zet de wortels of de kluit van de plant erop. Spreid de wortels uit. Vul het plantgat op met hetzelfde mengsel.
Stap 4
Druk stevig aan.
Stap 5
Geef een flinke hoeveelheid water.
Er zijn nog geen reacties.
Log in om een reactie te plaatsen