Corylus avellana - Hazelaar
De hazelaar (Corylus avellana L.) is bij iedereen welbekend. Vroeger werd hij veel geplant voor brandhout en voor de nootjes. Aangezien de hazelaar groeit op vele bodems is hij tegenwoordig als struik in bijna alle loofbossen te vinden. De naam “hazel” is afkomstig van het Anglo-Saksisch woord “haesel”. Dit woord is vermoedelijk afgeleid van het Griekse woordje “korys” (zoals in Corylus) wat helm of hoed betekent.
De hazelaar vestigde zich in Europa rond 7.000 jaar voor Christus, wanneer de temperaturen na de laatste ijstijd definitief omhoog gingen. Dit blijkt uit het onderzoek van prehistorisch stuifmeel. De hazelaar is momenteel verspreid over gans Europa behalve in de meest noordelijke gebieden. Zelfs in Noord-Afrika en West-Azië vind je onze hazelaars. De hazelaar is inheems in België en komt zeer algemeen voor in ons land. De soort groeit in hagen,bosranden en in de struiklaag van loofbossen. De struik groeit op zonnige tot halfschaduw plaatsen. De hazelaar is niet echt kieskeurig qua bodemvereisten. De optimale bodem voor de hazelaar is een vrij vochtige, vruchtbare en losse bodem. Bij voorkeur bevat deze bodem kalk en leem of klei. Hieruit blijkt dat de hazelaar zich eigenlijk niet helemaal thuis voelt op de zandgronden in het noorden van Oost-Vlaanderen. Hazelaar is van nature een soort van oude bosstandplaatsen. Vanwege het relatief jonge karakter van veel van onze bossen valt wel te verwachten dat de soort als struik in onze loofbossen nog aan een opmars gaat beginnen.
Een hazelaar komt meestal voor als een middelmatig tot grote struik (4 tot 6 m hoog). Hij groeit zelden uit tot een boom. De schors is grijsbruin en glanzend. Typisch zijn de stompe knoppen en de ruw behaarde twijgen. Ook het ruwe blad kun je al snel leren herkennen. In het vroege voorjaar; nog voor het verschijnen van de bladeren, zie je de mannelijke katjes aan de hazelaars hangen. Wie goed kijkt ziet dan ook de prachtige kleine rode vrouwelijke bloempjes. Zeer herkenbaar zijn natuurlijk ook de hazelnootjes die omstreeks september rijp zijn.
Gebruik in de bosbouw
De struik kan perfect als hakhout (taillis) behandeld worden. Hij heeft een groot vermogen om na het regelmatig afzetten terug opslag te vormen. De hakhoutstoven (stronken) kunnen zeer oud worden en zijn goed schaduwverdragend zodat het perfect mogelijk is boven het hakhout volwassen eiken te laten groeien. De hazelaar zorgt voor verbetering van de bosbodem door zijn snel verteerbare bladeren. Hij wordt daarom een “bosverpleger’ genoemd. Een goed ontwikkelde struiklaag met onder andere hazelaar bevordert ook de ecologische functie in uw bos aangezien vele dieren hier een schuilplaats en voedsel vinden. Een struiklaag is ook een goede remedie tegen woekerende bramen. Om veel noten te dragen moet de boom voldoende licht ter beschikking hebben.
Waarvoor wordt de struik gebruikt?
De stammetjes, die als hakhout werden gekapt, zijn beweegbaar en kunnen gebruikt worden als roede (wichelroede) of in vlechtwerk. Vroeger werden de takken gevlochten en opgevuld met leem voor het bouwen van muren van woningen. Hazelnoten zijn smakelijk en rijk aan vitaminen en plantaardige vetten. Er is toch niets lekkerder dan een verse boterham met hazelnootpasta. Ze kunnen ook een uitstekende bak- en slaolie leveren. De olie wordt zelfs gebruikt in parfums en olieverf. De noten die wij vergeten te plukken dienen als wintervoorraad voor Vlaamse gaaien, eekhoorns en muizen. Van de hazelaarstruik zijn er cultuurvariëteiten die vaak in tuinen worden aangeplant omwille van de sierlijke vorm. De 2 meest bekende zijn de krulhazelaar (Corylus avellana ‘Contorta’ of kronkelhazelaar) en de rode hazelaar (Corylus maxima cv ‘Purperea’ of Lambertusnoot). De krulhazelaar heeft de kenmerkende gedraaide takken en in de winter de hangende, lichtgele katjes. De donkerpaarse bladeren en de paarse katjes zijn typisch voor Lambertusnoot. De noten van deze struiken zijn ook eetbaar.
Recepten:
Hazelnootkoekjes
Ingrediënten:
375 g tarwebloem – 125 gram maïzena – 2 theelepels bakpoeder – 2 eieren – 250 g suiker – 1 zakje vanillesuiker – enkele druppels amandelaroma – 250 gram boter – 250 gram gehakte hazelnoten
Bereiding:
Verwarm de over voor op 200° C. Meng de bloem met de maïzena en de bakpoeder in een beslagkom, maak een kuiltje. Voeg een mengsel van de losgeklopte eieren, de suiker; vanillesuiker en enkele druppels amandelaroma toe. Leg hierop de koude harde boter in blokjes, de gehakte noten en kneed hiervan een glad deeg. Rol hiervan 1 ½ cm dikke rollen en laat deze even in de koelkast rusten. Snijd er met een mes plakjes van ongeveer 1 ½ cm af en leg die op een bakplaat met bakpapier. Zet de bakplaat gedurende 10-15 minuten in de voorverwarmde oven tot ze goudbruin zijn. Eet smakelijk.
Bron: De Bosbode
Er zijn nog geen reacties.
Log in om een reactie te plaatsen