De moestuin in juni
In juni staan er verschillende zaken op het menu. En neem dat vooral letterlijk, want vanaf nu wordt de oogst van eigen geteelde groenten groter: nieuwe aardappelen, erwten, spinazie, sla, rabarber, asperges…
KLIK HIER voor de vierkantemetertuin in juni
|
BLADGEWASSEN
|
|
|
|
|
|
KOOLGEWASSEN
|
|
|
|
|
|
VRUCHTGEWASSEN
|
|
|
|
|
|
WORTEL - KNOLGEWASSEN
|
|
|
|
|
|
PEULGEWASSEN
|
|
|
|
|
|
UIENFAMILIE Zomerprei. Planten die ongeveer een potlood dik zijn worden in rijen uitgeplant met een tussenafstand van ongeveer 40cm. In die rijen komen de planten op ca 20cm tussenafstand. Je kan diepe putjes maken met een pootstok waarin de preiplanten worden gezet. De putjes vullen zich vanzelf op door begieten. Je kan ook geulen maken met een hak en de preiplanten in ondiepe gaten plaatsen en de planten daarna aangieten. Beetje bij beetje worden de planten aangeaard met een hak. Opletten voor preimot: de rups van deze vijand leeft in de bladeren van de prei en valt dan de wortel aan. Ook opletten voor preiroest: op de buitenste bladeren ontstaan sporenhoopjes die bij het openbarsten felgekleurde sporen produceren. |
|
|
|
|
|
STENGELGEWASSEN
|
|
|
|
|
BESSEN & FRUIT
|
||
KRUIDEN Alle kruidenplantjes kunnen in volle grond of in potten/bakken uitgeplant worden. Wil je zelf nog zaaien? Dat kan in volle grond wat betreft basilicum, komkommerkruid, kervel, bieslook, koriander, dille, peterselie |
||
|
|
Juni staat vooral in het teken van verzorgen en onderhouden:
- blijf onkruid wieden en schoffelen.
- Bij droogte niet vergeten water te geven en hou de bodem op de percelen onkruidvrij.
- Zaailingen van mei moeten nu uitgedund worden en eventueel verplant worden. (Witloof, rode biet…)
- Bescherm de planten in de serre tegen te grote warmte. Gebruik schaduwdoek of gebruik een schermmiddel zoals temperzon (Hermadix).
- Tomaten buiten en in de serre regelmatig dieven en aanbinden. Controleer regelmatig op aantastingen. Spuit eventueel preventief met een koperhoudende oplossing. Bij droog weer geregeld water geven. Een mulchlaag van bijvoorbeeld grasmaaisel rond de tomatenplanten is een goede manier om uitdrogen te voorkomen. Dit kan ook bij andere dorstige planten zoals courgettes, pompoenen en komkommers.
- Op lege bedden kan je groenbemester zaaien.
- Hou de druivelaar in het oog. Bij serredruiven en buitendruiven kan u trosdunning of krenten toepassen om grotere druiven te bekomen.
- Vroege aardappelen oogst je best slechts naarmate je ze nodig hebt, zodat ze niet liggen uit te drogen. Late aardappelen aanaarden.
- Labbonen zijn nogal gevoelig voor aantasting door zwarte vliegen. Die hebben het vooral gemunt op de jonge scheutjes. Je kan de aantasting in toom houden door de jonge scheutjes af te knijpen boven de derde groep bonen.
- Zorg dat de composthoop regelmatig vochtig wordt gehouden bij droogte.
- Start met het opzetten van een composthoop als je er nog geen hebt.
- Verse kruiden oogsten.
Zaaien
- Pompoenen en courgettes in het begin van juni nog zaaien.
- Ook bonen kunnen nog in het begin worden gezaaid. Snijbonen en sperziebonen houden van warmte.
- Sla (kropsla, ijsbergsla) en radijsjes.
- Rode biet zaaien en/of jonge plantjes uitdunnen.
- Midden juni kunnen nog een aantal late groenten gezaaid worden zoals herfstbroccoli, kervel, koolrabi, witloof, tuinmelde (gebruiken als spinazie), winterwortel, andijvie, groenlof, ijsbergsla, winterbloemkool, rode biet, knolvenkel. Andijvie heeft behoefte aan warmte om doorschieten te voorkomen. Voor erwten wordt het laat maar je kan een late snelgroeiende soort nemen.
Planten
- Plant liefst tegen het vallen van de avond en zo mogelijk bij betrokken en vochtig weer.
- Wintergroenten zoals spruitjes, rode kool, selder, knolselder, prei, savooi… moeten nu uitgeplant worden. Vergeet de koolkragen niet bij koolsoorten of maak gebruik van vliesdoek om het perceel te beschermen tegen de koolvlieg. Als de eerste bloemkoolhoofdjes verschijnen moeten deze worden afgedekt. Dit is nodig om de mooie witte kleur te behouden. Je kan dit doen door de bladeren van de kolen samen te binden, of door onderaan een groot blad af te knakken.
- Selder, prei en kolen kunnen geplant worden op de plaats waar de vroege aardappelen hebben gestaan. Een licht aanvullende bemesting met bijvoorbeeld compost is wel aangewezen.
- Knolselder kan op het bedje waar de vroege erwten stonden.
- Pompoenen en courgettes in het begin van de maand nog uitplanten.
- Sla planten . Neem de juiste soorten (zomerrassen) om doorschieten te voorkomen.
- Alle delen van Oostindische kers zijn eetbaar maar het zijn vooral de bloemen die worden gebruikt om salades op te fleuren
Extra
In de moestuin is een goede hygiëne van het grootste belang. Houd de moestuin schoon. In moestuinen waar naast groente ook veel onkruid groeit is de kans groot op de aantasting van de gewassen door aardrupsen, emelten, ritnaalden en ander klein gespuis. Al deze plagen zijn insectenlarven. De larven leven in de grond en eten niet alleen wortels van onkruid, maar vooral ook die van pas uitgeplante groenteplantjes. Vooral sla, andijvie en ander bladgewassen vallen in de smaak. De beste remedie is goed opletten na het uitplanten. Gaan er plantjes slap hangen, graaf die dan op en vang de larven. Voer ze aan de kippen – die zijn er dol op. In moestuinen die regelmatig worden schoongehouden, zullen de insectenlarven geen probleem zijn. Maar daar kunnen woelmuizen een ravage aanrichten.
Er zijn nog geen reacties.
Log in om een reactie te plaatsen