Een abelia voor elke plek
Een ondergewaardeerde eersteklas struik die in feite in geen enkele tuin mag ontbreken, en ook voor de kleine tuin zeer geschikt, is de Abelia grandiflora. Abelia wordt genoemd naar Dr. Clarke Abel, die de struik Abelia chinensis ontdekte in China toen hij er in de ambassade verbleef omstreeks 1816. In 1880 werd deze soort door Rovelli in Italië gekruist met de Abelia uniflora uit Oost-China, wat de prachtige Abelia grandiflora opleverde.
De tot 1.8 m hoge en brede sierlijke wintergroene bloeiheester heeft gebogen roodbruine takken en klein glimmend donkergroen blad, dat later bronskleurig wordt. De zeer lange bloeiperiode van de zomer tot de herfst, met kleine mauve en witte bloemen maakt de plant bijzonder dankbaar. De dofroze bloemkelk blijft na het afvallen van de bloem aan de struik zitten en contrasteert met het naar paarsbrons verkleurende blad. De abelia verdraagt sterke snoei, en weerstaat tot -20 °C vorst. Zelfs indien in een harde winter de takken zouden invriezen zal de plant in de zomer opnieuw bloeien. Abelia is geschikt voor elke grondsoort, en gedijt uitstekend aan de kust. Zelfs in bloembakken komt de heester tot zijn recht.
Er bestaan cultivars met geelbont blad (‘Francis Mason’) en met roze bloemen (‘Edward Goucher’). Een bladverliezende soort met uiterst welriekende bloemen is de Abelia triflora. Deze bloeistruik is inheems in de westelijke Himalaya van Afghanistan tot centraal Nepal waar ze groeit in droge struikvegetaties en op stenige hellingen op 1500 tot 4200 m hoogte. Deze struik kan tot 3.5 m hoog worden; de bloei is van mei tot juli, met roze tot witte buisvormige bloemen in trosjes. Uiteraard is ook deze soort winterhard.
Meer info over: Abelia 'Edward Goucher' & Abelia grandiflora
Auteur: Peter De Coninck (Aquabotanica)
Aquabotanica is een kwekerij in de westhoek met een collectie bijzondere planten en een mooie demonstratietuin.
Er zijn nog geen reacties.
Log in om een reactie te plaatsen