Elaeagnus - Olijfwilg

Naam

Elaeagnus is afgeleid van de oude Griekse plantennaam

elaiagnos (van elaia = olijfboom). Dit omwille van de bladvorm die lijkt op die van de olijfboom.

ebbingei is genoemd naar Dhr Ebbinge de voorzitter van de commissie van toezicht van de toenmalige Rijkstuinbouwschool in Boskoop.

Nederlandse naam

 Olijfwilg

Familie

Elaeagnaceae

Herkomst

Een kruising tussen E. macrophylla en E. pungens.

Categorie

Bladhoudende heester

Hoogte

2-3m

Breedte

2m

Blad

Vrij groot (10cm) glanzend groen, leerachtig ovaal blad. De onderkant is grijsgroen.  

Bloei

Kleine, onopvallende, welriekende, klokvormige bloemen. Na de bloei verschijnen de vitaminerijke, oranjerode bessen (steenvruchten).

Bloeitijd

Oktober- november

Standplaats

Groeit op elke goed doorlatende grond in zon en halfschaduw. Groeit zelfs op de armste zandgrond omwille van de stikstoffixerende bacteriën in de wortels. Goed bestand tegen sterke luchtvervuiling. Kan daarom als haagplant worden toegepast langs drukke wegen.

Algemene kenmerken

De olijfwilg is een vrij snel groeiende, brede, opgaande, bladhoudende heester. De bloemen die in het late najaar verschijnen, verspreiden een zoete geur. Is bestand tegen luchtvervuiling en zeewind. Wordt dan ook als haagplant gebruikt langs drukke wegen en ook aan de kust. Toe te passen in groepen (vakbeplanting en in blokken gesnoeid), als windkering, haag.  

Snoeien

 Verdraagt flinke snoei.  Snoeien gebeurt in het late voorjaar of in de zomer als de  planten als haag worden toegepast.  Losse struiken kunnen in maart worden gesnoeid.

Cultivars

• E.x e. 'Albert Doorenbos'- zeer grote bladeren. Wordt 1.5 m hoog. Laat zich goed snoeien  
• E.x e. 'Coastal Gold'-  grijsgroen blad met een opvallende gele vlek in het centrum. Goede bonte cultivar. Breed opgaand.  
• E.x e. 'Gilt Edge'- grote groene, goudgeel tot lichtgeel gerande bladeren. Breed opgaand  
• E.x e. 'Lemon Ice'- 1.5m hoog. Gele vlek in het blad  
• E.x e. 'Limelight'- 1.5m hoog. In het midden van het blad gele tot geelgroene vlekken.