Galanthus elwesii

Naam

 Galanthus elwesii  Genoemd naar de Engelse botanicus en ornitholoog  Henry John Elwes. Hij ontdekte deze galanthus in  1874 bij Smyrna

Nederlandse naam

 Groot sneeuwklokje

Familie

 Amaryllidaceae

Herkomst

 in 1874 uit Noord-Griekenland, Bulgarije en West-  Turkije geïntroduceerd.

Hoogte

 15-20 cm

Bloeitijd

 januari-februari-maart  Dubbele (gevulde) bloemen

Algemene kenmerken

 Heeft twee groene vlekjes op de binnenste kroon-  bladen die dicht bij elkaar zitten zodat het één grote  vlek lijkt.  De bladkleur is ook meer blauwachtig grijs.  Deze soort verwildert niet zo makkelijk als G. nivalis

GOED OM WETEN:

• Galanthus nivalis verwildert gemakkelijk.
• Galanthus elwesii vormt mooie dikke pollen maar deze  soort verwildert minder goed.
• Lichte zandgrond moet je verbeteren met compost,  bladaarde of andere bodemverbeterende middelen.
• Onder zware kleigrond of te vochtige grond kan je best  japans split ondermengen.
• Plant sneeuwklokjes NIET onder groenblijvende bomen  of heesters. Waarom? In het groeiseizoen dat loopt van  herfst tot voorjaar, moeten de plantjes kunnen  beschikken over voldoende licht, en ook voldoende  vocht.
• De rustperiode begint rond half mei, en dan geeft dit plantje de voorkeur aan een koele plaats (onder blad- verliezende bomen en heesters), en ook niet te droge grond. Ook in de zomer mag de grond niet uitdrogen.
• Verplanten? Dat gebeurt blijkbaar het best als de planten nog in blad staan ('in the green'). Op het einde of net na de bloei uitspitten en terug planten. Even diep zoals ze stonden.
• Om goed te bloeien heeft galanthus lage temperaturen nodig.
• Sneeuwklokjes hebben zes bloembladen aan iedere bloem: drie buitenste die wit zijn (hebben zelden een groene tekening) en 3 binnenste bloembladen die wel groene vlekken dragen.
• Sneeuwklokjes hebben meestal twee bladeren. Soms hebben ze er drie maar het is zeer zelden dat ze er meer hebben. Bij g. nivalis zitten ze recht tegenover elkaar en zijn ze niet omgekruld. Bij g. elwesii zitten ze in elkaar gevouwen, het ene blad omsluit het andere.
• Sneeuwklokjes zijn meer dan waarschijnlijk verspreid geraakt vanuit de grote kasteeltuinen, kloostertuinen en grote landgoeden. Vandaar dat ze tot de 'stinzenplanten' worden gerekend.
   

Planttijd

Najaar: eind september- oktober Best niet later dan september planten om er zeker van te zijn dat je het eerste jaar na het planten een goede bloei hebt. Als plantdiepte neem je twee keer de hoogte van de bol. Plantdiepte: 10 cm

Plantjes die in pot zijn opgekweekt kunnen na de bloei in de tuin worden uitgeplant.

• Grote narcisvlieg
• Muizen: waardevolle bolletjes worden best aangeplant met een beschermend kippengaas (fijnmazig) errond.
• Slakken
• Wortellesieaaltje
• Knolrot
• Vuur
   

Standplaats

Zonnig- halfschaduw, schaduw.  Goed doorlatende, humusrijke grond.  Verrijk de grond voor het planten met compost  of bladaarde.  Zet ze best niet onder groenblijvende heesters want  dan krijgen ze te weinig licht.  Van de herfst tot het voorjaar (groeiseizoen) hebben  sneeuwklokjes licht nodig en voldoende vochtige grond.  De grond mag echter niet te nat zijn.  Plantdiepte: 6-10 cm  In droge grond iets dieper (10cm) planten.  Tijdens de rustperiode mag de grond ook niet te droog  zijn.  Eventueel na 3-4 jaar de planten opgraven en splitsen.