.jpg)
Januari
|
• In periodes met vorst niet of zo weinig mogelijk op een besneeuwd of bevroren gazon lopen.
• Laat de grasmaaier nakijken.
• Egaliseer of verwijder molshopen en hopen of kuilen.
|
Februari
|
• Neem een grondstaal. Een grondanalyse zal u duidelijk maken wat de voedingstoestand van uw bodem is. U verneemt ook de pH-waarde.
• Aanrollen als de bodem niet bevroren is.
• Eventueel een laag goed verteerde compostgrond uitspreiden over het gazon (topdressing).
• In periodes met vorst niet of zo weinig mogelijk op een besneeuwd of bevroren gazon lopen.
• Bewerk de grond en neem de nodige voorbereidingen voor de aanleg van een nieuw gazon.
|
Maart
|
• Eerste meststofgift
• Eerste maaibeurt: niet te kort
• Eventueel verticuteren
• Bij zure grond kalk strooien.
• Graskanten bijwerken.
|
April
|
• Vanaf nu regelmatig maaien
• Na het verticuteren kale plekken inzaaien
• Eventueel mos bestrijden met een aangepast product of met meststoffen waaraan een antimos product is toegevoegd.
• Beluchten met een spitriek of prikrol.
• Naar het einde van de maand toe een tweede maal meststof toedienen.
|
Mei
|
• Regelmatig maaien
• Onkruidbestrijding toepassen. Kies een aangepast product. Er wordt ondermeer onderscheid gemaakt tussen producten voor jonge en producten voor bestaande gazons.
|
Juni
|
• Beluchten met een spitriek of prikrol
• Regelmatig maaien
• Eventueel een laag goed verteerde compostgrond uitspreiden over het gazon (topdressing).
• Indien nodig de onkruidbestrijding herhalen.
• Graskanten bijwerken
|
Juli
|
• Regelmatig maaien.
• Bij langdurige warmte niet te kort maaien en regelmatig besproeien.
|
Augustus
|
• Regelmatig maaien.
• Bij langdurige warmte niet te kort maaien en regelmatig besproeien.
• Bewerk de grond en neem de nodige voorbereidingen voor de aanleg van een nieuw gazon.
|
September
|
• Regelmatig blijven maaien alhoewel het gras nu minder groeit.
• Graskanten bijwerken.
• Onkruidbestrijding indien nodig
• Beluchten en/of verticuteren
• Na het beluchten een dresslaag aanbrengen (mengsel van compost, tuingrond en zand)
• Bemesten met een aangepaste (najaars)meststof (rijk aan kalium)
• Kale plekken inzaaien. Meng het graszaad met grond en bedek er de kale plekken mee. Houdt de bodem goed vochtig bij droog weer.
• Nieuw gazon inzaaien of graszoden leggen.
|
Oktober
|
• Regelmatig maaien met de grasmaaier in een iets hogere stand.
• Bekalken.
• Bemesten met een aangepaste meststof (indien dit nog niet in september gebeurde).
• Eventueel een grondstaal nemen en laten analyseren.
• Regelmatig afgevallen bladeren verwijderen.
|
November
|
• Bekalken (indien dit nog niet in oktober gebeurde)
• Beluchten
• Eventueel een laag goed verteerde compostgrond uitspreiden over het gazon (topdressing).
• Regelmatig afgevallen bladeren verwijderen.
|
December
|
• Regelmatig afgevallen bladeren verwijderen.
• In periodes met vorst niet of zo weinig mogelijk op een besneeuwd of bevroren gazon lopen.
• Laat de grasmaaier nakijken.
|
Standaardbemestingsschema voor gazon -DCM-meststoffen
Winter
|
Bekalking
|
DCM Groen-kalk
|
1 – 1.5 kg/10 m2
|
Voorjaar
|
Bemesting om de 100 dagen
|
DCM Organische gazonmeststof
|
1 – 2 kg/10 m2
|
Zomer
|
Bemesting om de 100 dagen
|
DCM Organische gazonmeststof
|
0.5 – 1 kg/10 m2
|
Najaar
|
najaarsbemesting
|
DCM Organische gazonmeststof voor het Najaar
|
0.5 – 0.7kg/10 m2
|
Tips bij het strooien van meststoffen:
- Pas de hoogste dosis toe op lichte, zandige gronden en gebruik de laagste dosis op zwaardere, klei-leemgronden.
- Op zeer lichte gronden en gazons met beregening is het aangewezen frequenter te bemesten.
- In geval van extreem droog en warm weer is het beter de bemesting wat uit te stellen.
Er zijn nog geen reacties.
Log in om een reactie te plaatsen