Geranium

Naam

 Geranium

Nederlandse naam

 Ooievaarsbek

Familie

 Geraniaceae

Herkomst

 vooral in de koel-gematigde delen van de wereld

Hoogte

 divers

Blad

 Langgesteelde bladeren met een brede cirkelvorm en  meestal handvormig ingesneden.  Veel soorten met aromatisch blad.  

Bloei

 Roze tot witte of blauwe, vijftallige bloemen.  Het belangrijkste onderscheid tussen Pelargonium en  Geranium zijn de bloemen die bij Geraniums  symmetrisch zijn en bij Pelargoniums onregelmatige of  gevlekte kroonbladen.

Bloeitijd

Standplaats

 voorkeur voor een zonnige of licht beschaduwde  plaats in vochtige maar goed doorlatende grond.    Stellen vrij weinig eisen aan de grond.  Ook geschikt voor potten en bloembakken.

Algemeen

 Vaste planten waarvan sommige soorten groen-  blijvend zijn in de winter.  Sommige soorten zijn prima als bodembedekker,  de kleine compacte soorten kunnen ook in de rotstuin.

Vermeerderen

 In de zomer vermeerderen uit (bijna afgerijpte) stek.  In de lente of herfst uit zaad.  De cultivars enkel vermeerderen door scheuren of  stekken.

Cultivars/ Soorten

• Geranium x cantabrigiense: hybride van G. dalmaticum en G. macrorrhizum. Aromatisch, lichtgroen blad.
• Geranium x cinereum: zuiden van Europa Diep ingesneden blad. Komvormige bloemen.
• Geranium clarkei: uit het westen van de Himalaya Diep ingesneden blad. Bloemen met schotelvorm.
• Geranium endressii: rizoomvormende vaste plant uit de Pyreneeën. Diep ingesneden, licht behaard blad. Zeer sterke en vaak toegepaste geranium.     
• Geranium macrorrhizum: polvormende vaste plant uit de bergen van Zuid-Europa met kleverig, diep ingesneden, aromatisch blad. Bloemen die variëren in kleur van roze en paarsig tot zuiver wit. Zeer goede bodembedekker voor droge schaduw.
• Geranium maculatum: uit de bossen van het oosten van Amerika. Het is een vrij slordige, rommelige soort. Schotelvormige lilaroze bloemen met een wit hart.
• Geranium x oxonianum: hybride van G. endressi en G. versicolor. Vormt pollen en heeft lichtgroen blad met een opvallende nervatuur. Rijk- en langdurig bloeiend met roze trompetbloemen met donkere   nerven.
• Geranium phaeum: polvormende vaste plant uit Europa en West-Rusland met zachtgroen blad met talloze lobben. Diep bruinpaarse bloemen met een lichte ring om het hart.
• Geranium pratense: Europa, China en Siberië. Kan tot 1m hoog groeien en heeft behaarde stengels. Het blad is bijna tot aan de steel ingesneden en verkleurt in de herfst (bronskleurig). Komvormige, violetblauwe bloemen aan opgaande, vertakte stengels. 
• Geranium psilostemon: Kan tot 120cm hoog worden. Gelobd en sterk getand blad dat in de herfst vaak rood verkleurt. Grote, komvormige, magenta bloemen met een zwart hart.
• Geranium renardii: polvormende, vaste plant die zowat 30cm hoog wordt. Het gelobde blad is vrijwel rond en heeft een fluwelige onderkant. Witte, komvormige bloemen met brede paarse nerven.
• Geranium x riversleaianum: hybride tussen G. endressii en G. traversii. Laagblijvende soort met zilverig, grijsgroen blad en magentaroze trechtervormige bloemen.
• Geranium sanguineum: Europese laagblijvende soort die zich uitbreidt met rizomen. Donkergroen blad dat is ingesneden tot getande lobben. Komvormige, fel magentaroze bloemen.
• Geranium sylvaticum: opgaande, Europese soort die tot 75 cm hoog kan groeien en diep ingesneden wortelblad. Blauwachtige, paarse, komvormige bloemen met een wit hart.
• Geranium wallichianum: tot 30 cm hoge plant uit de Himalaya met gelobde en getande bladeren met opvallende nerven. Violetblauwe bloemen met een wit hart en donkere nerven.
   

Goede buren

 Veronica, Nepeta, Gypsophila, Campanula,