Juni- Waterweelde

Waterweelde

De vijver is nu prachtig. De planten ontwikkelen zich geweldig. Er bloeit al veel. Het is volop genieten van alles wat er leeft en beweegt in en rond uw waterwereldje. Om uren naar te kunnen kijken. Wat werkt een vijver toch tuinverrijkend! En het is zo eenvoudig om er iets moois van te maken. De keuze aan planten wordt ieder jaar groter.  

Om verzekerd te zijn van goed biologisch evenwicht in het vijverwater zijn ondergedoken zuurstofplanten (soorten als waterpest en hoornblad die veel zuurstof afgeven) onmisbaar. Maar daarnaast horen ook andere planten in de verschillende beplantingszones van de vijver thuis. In de diepwaterzone waterlelies en onderwaterplanten. In de oeverzone (tot 40 cm diep) oeverplanten. In de moeraszone planten die nat of in ondiep water willen staan. Ook zijn er schaduwgevers die op het water drijven. Natuurlijk zijn ze het mooist wanneer ze ook bloeien.

De mooiste vijverbloemen Het meest spectaculair bloeien de waterlelies (Nymphaea). Er zijn er die 1 m diep water nodig hebben, andere doen het al in 20 cm water (bij waterplanten altijd gerekend vanaf de bovenkant van de wortelkluit). Waterlelies houden van volle zon en stilstaand water. Er zijn er die geuren, ze openen en sluiten op vaste tijden, hebben prachtige bloemkleuren (van wit tot dieprood, brons en geel) en schitterend, drijvend blad. Gele plomp (Nuphar lutea) is een nauwe verwant voor diep water die zijn bolle, gele bloemen ver boven water uitsteekt (het blad is het plompenblad van de Friese vlag; er is zelfs een echt roodbladige N. japonica ‘Rubra’). N. lutea ‘Variegata’ heeft groen, geelgevlekt blad.

Ook de watergentiaan (Nymphoides peltata) heeft drijvend, maar groen-bruin gevlekt blad en heel aparte, felgele bloemen. De randjes ervan zijn ragfijn gefranjerd. De planten bloeien rijk. De waterviolier (Hottonia palustris) is zowel een prachtige oever- als zuurstofplant. Hij heeft een hekel aan zuur water. Het lichtgroene blad blijft ook ’s winters groen. In mei-juni worden de kransen lichtroze tot witte bloemen aan sterke stelen hoog boven het water uitgetild. Fonteinkruid (Potamogeton) is er in soorten. Het zijn bijna allemaal uitstekende zuurstofplanten die onder water groeien, maar bij gekroesd fonteinkruid (P. crispus) verschijnen ook opvallende rood-met-crème bloemen boven water (van mei tot september). Nuttig en heel mooi! Drijvend fonteinkruid (P. natans) is een uitzondering met drijvend blad en geelgroene bloeikolven. De mooie waterranonkel (Ranunculus aquatilis) vertoont eigenaardig gedrag. Als de plant bloeit (met grote aantallen witte bloempjes met geel hart vlak boven water) is er ook blad. Na de bloei kan de plant zich op zijn wortels terugtrekken en lijkt dan verdwenen te zijn! Een geval apart!

Krabbescheer (Stratiotes aloides) is een in het water zwevende, stervormige plant die onderling verbonden clusters vormt. Als de planten bloeien (met witte bloempjes) drijven ze aan het wateroppervlak. Daarna zakken ze weer lager en ze overwinteren op de bodem. Hoe de planten dat stijgen en dalen klaarspelen is nog niet helemaal duidelijk. Blaasjeskruid (Utricularia) is ook iets bijzonders. Dit fijnbladige plantje heeft kleine vangblaasjes waarmee hij watervlooien en dergelijke vangt. Een vleeseter dus! Maar hij kan heel opvallend bloeien met oranjegele bloemschermen een heel eind boven water.

Verzorging van vijverplanten Als het biologisch evenwicht in de vijver in orde is, is de verzorging uiterst gemakkelijk. Een keer per jaar het afgestorven plantenmateriaal opruimen, te sterk woekerende planten inperken, eventueel draadalg verwijderen. De stelregel is: als het goed gaat, niets aan doen!