Kleurentheorie

Kleurentheorie

'Over geuren en kleuren valt niet te discussiëren'.

Kleur in een tuin bepaalt de sfeer en het uitzicht. Niets ligt echter zo gevoelig dan kleur want kleurgevoel en smaak zijn verschillend van persoon tot persoon. Daarom is een beetje basiskennis van de kleurenleer noodzakelijk om deze succesvol te kunnen toepassen in de tuin.

Een beetje natuurkunde.

Voorwerpen weerkaatsen licht in meerdere of mindere mate. Het is door die weerkaatsing dat we voorwerpen zien. Hoe het licht door het materiaal wordt teruggekaatst hangt af van de eigenschappen van de stof maar ook van de structuur van het oppervlak (ruw, korrelig, glad, gepolijst...). Het zijn de weerkaatste delen die uiteindelijk de kleur van iets bepalen. Een voorwerp zelf heeft dus geen kleur. Het is de samenstelling van het oppervlak dat bepaalt welke kleur we zien. Als de aard van het oppervlak verandert, dan krijgen we een andere kleur te zien. Naast de samenstelling van het oppervalk speelt ook de soort lichtbron mee, de weerkaatsingshoek, de weersomstandigheden (nat, droog, zonnig...) zijn allemaal elementen die de kleur kunnen veranderen.

Basiskleuren

Rood geel en blauw zijn hoofdkleuren of primaire kleuren. Het zijn zuivere kleuren die niet  zijn samengesteld uit andere kleuren.

• Door de hoofdkleuren onderling te mengen ontstaan de secundaire kleuren: Rood en geel geeft oranje Blauw en rood geeft paars Geel en blauw geeft groen.
• Door de hoeveelheden van de hoofdkleuren in deze menging te wijzigen ontstaan een reeks kleurschakeringen.
• Combinaties van de hoofdkleuren zijn vaak levendig maar vaak ook druk. (eenjarigen)
• Combinaties van de mengkleuren zijn rustiger dan een combinatie van de hoofdkleuren.

Complementaire kleuren

In de kleurencirkel heeft elke kleur een tegenoverstaande kleur, de complementaire kleur. De complementaire kleuren contrasteren maar vullen elkaar ook aan. Ze harmoniëren. Rood is de complementaire kleur van groen, geel staat tegenover violet en oranje is het complement van blauw. Wanneer we complementaire kleuren in dezelfde ruimte toepassen, vragen ze gewoon om aandacht. Als u ermee overdrijft, kan het effect zelfs agressief worden!  Complementaire kleuren lenen zich uitstekend om accenten te leggen.

• Wit en zwart zijn geen kleuren. het zijn achromaten. Wit is de aanwezigheid van alle kleuren. Zwart is het ontbreken van kleur.
• Wit weerkaatst het meest en heeft de grootste helderheid.
• Zwart reflecteert geen licht.
• Wit is een neutrale kleur die zich makkelijk laat combineren.
• Wit slorpt actieve kleuren op (wit en geel) en verscherpt de passieve kleuren (wit en blauw)
• Door wit en zwart te mengen ontstaan de grijsschakeringen.
• Grijs speelt vooral een rol bij de bladplanten.
• Grijs verzacht de andere kleuren.
• Met grijsbladige planten kan je kleurcontrasten creëren zonder rekening te houden met de bloei van planten.
• Rood, geel, oranje zijn warme maar dominante kleuren. Met het gebruik ervan moet je opletten. Het zijn ook echte aandachtstrekkers en blikvangers. Je gebruikt ze best in combinatie met andere, mildere kleuren. Zet geen grote groepen van één en dezelfde warme kleur.
• Groen, blauw, paars zijn kille kleuren. De toepassing van deze kleuren is eenvoudiger.
• Door warme kleuren vooraan te plaatsen en koude kleuren achteraan te plaatsen werk je ruimtevergrotend. Een tuin lijkt langer door aan het einde lichte kleuren te gebruiken.
• Het omgekeerde effect bereik je door koude kleuren vooraan te plaatsen. Sterke, felle kleuren op het einde doen de tuin kleiner lijken omdat ze optisch gezien alles dichterbij brengen.

Eigenschappen:

• Groen: rustgevend, brengt evenwicht en kalmte. Donkergroen is een perfecte achtergrondkleur. Een taxushaag bijvoorbeeld.
• Wit: symbool van zuiverheid, neutraal, makkelijk te combineren. Het verscherpt passieve kleuren. Met wit maak je contrasten en leg je accenten. Het is ook een frisse kleur.
• Geel: sterke kleur die je kan verzachten met wit. Moeilijk combineerbaar.
• Rood: sterke kleur.
• Oranje: optimistische kleur. Felle, dominante kleur en daarom enkel gebruiken om een accent te leggen. Geen grote groepen.
• Blauw: passief. Ruimtescheppend. Toegepast in lichte schaduw krijg je met blauw een mooi effect. Blauw accentueert ook andere kleuren.

Meer weten over kleurentherapie? KLIK HIER