Klimmers
Klimmers Ze toonde me het vernieuwde terras. De zwarte, stalen balustrade die het terras van de ondergrondse garage scheidde, was vervangen door vier identieke bloembakken met houten trellis, naast elkaar gezet. In elke bloemenbak had ze twee klimmers geplant. De plantlabels hingen als geheugensteun aan de jonge planten: acht mooie afbeeldingen die haar de indruk gaven dat het geheel weelderig en bloemrijk zou worden. | ||
Wilde wingerd, Clematismontana, passiebloem, Clematis ‘Pixie’, klimhortensia, Clematis ‘Perle d’ Azur’, kamperfoelie en bontbladige klimop : ze stonden op ongeveer 35 cm afstand in de bloembakken die ze kocht als ‘Bloembak met plantenklimrekje’. Zo staan die dingen beschreven in elke tuincatalogus. Afmetingen: L 90 x B 40 x H 143 cm. De man van het tuincentrum had haar geholpen bij de plantkeuze. “Wat vind jij ervan?” vroeg ze me. Ik wist even niets te zeggen en staarde naar de twee stevige takken van de wilde wingerd, de tentakels van de bonte klimop en de bundel korte, dikke twijgen van de klimhortensia die ze gespreid had vastgemaakt aan het klimrekje. | | |
De stengels van de clematissen en de passiebloem waren nog met groene plasticband aan de dunne steunstokjes vastgeniet. “Is het goed?” Ze vroeg het me met de verwachtingsvolle blik van een kind dat zijn eerste tekening laat zien en hoopt op een salvo aan bravo’s. Hoe moest ik het aan boord leggen om raad te geven zonder haar te kwetsen? Ik bekeek haar tuin. Een onbegroeid houthok links ; de lange, lage houten schutting met tuinpoortje langs de rechterzijkant van de tuin waar ze me had binnengeloodst; het nieuwe, grote prieel in het midden van de tuin met vier hoeken in trellis waar enkel lavendel stond, en de strook langsheen hun dennenbos achter in de tuin. Vier oplossingen. Even keek ze beteuterd toen ik vertelde dat klimhortensia, Clematis montana, kamperfoelie en wilde wingerd niet geschikt zijn om tegen een lilliputterklimrekje te groeien. Ze luisterde aandachtig toen ze mijn voorstel hoorde om de wilde wingerd tegen het houthok te laten groeien, de kamperfoelie langs de lage schutting te laten slingeren, Clematis montana langs het grote prieel te laten klimmen en de klimhortensia aan de rand van het bos als bodembedekker te gebruiken. Klimop wilde ze behouden in de plantenbak. Die zou ze tegen het frame laten groeien. Ze zou de klimop snoeien wanneer die buiten proporties groeide . Clematis ‘Perle d’ Azur’, Clematis ‘Pixie’ en passiebloem zullen elk één bak innemen. Ik tipte nog eenjarige klimmende planten die uitermate geschikt zijn voor klimrekjes zoals de hare: geurende reukerwten, Oost-Indische kers, klimmende winde (Ipomoea tricolor) of Suzanne-met-de-mooie-ogen ( Thunbergia alata). Tenslotte drukte ik mijn bezorgdheid uit over de standplaats van de klimrekjes die zo open en bloot op de brede richel stonden te balanceren tussen het terras en de gapende diepte van de ondergrondse garage. “Voorzie een goede steun. Misschien kan je er terug een balustrade achter zetten, want eens de klimrekjes begroeid zijn kunnen felle windstoten de boel zo omkieperen”, waarschuwde ik haar. Toen ik naar huis reed dacht ik aan de beginperiode van mijn tuinieren, zo’n vijfentwintig jaar geleden, toen ik in de zanderige bostuin van het huurhuis enthousiast een groep lavendel naast een partij heide zette en de hele boel, zogezegd omwille van de lavendel, elk jaar goed van kalk voorzag. De heide ging dood. Lavendel ook. Ik propte de tuin vol met gescheurde stukken leverkruid en guldenroede die de huisbaas ons gratis gaf als nectarplanten voor de bijen. Na enkele jaren was zijn tuin overwoekerd. Toen we een eigen huis hadden tuinierden we met vallen en opstaan en leerden mijn man en ik van de fouten die we maakten. De man van het tuincentrum blijkbaar niet. Greet Berghmans |
Er zijn nog geen reacties.
Log in om een reactie te plaatsen