Landbouw moet zich voorbereiden op klimaatswijziging

Landbouw moet zich voorbereiden op klimaatswijziging.

---

Naast het nemen van bijkomende maatregelen om de CO2-emissies verder te verminderen moet de landbouw in Vlaanderen zich ook gaan voorbereiden op de gevolgen van de klimaatopwarming. Dat heeft Vlaams minister van Leefmilieu Kris Peeters vrijdag gezegd tijdens een studiedag in Leuven over de relatie tussen landbouw en Kyoto. Hij wil hiertoe tegen 2012 een 'adaptatieplan' uitwerken.

Uit studies blijkt volgens Peeters dat Vlaanderen een relatief beperkt effect zal ondervinden van de klimaatverandering en dat de landbouw een temperatuurstijging van 3°C aankan. Watertekort of grotere concentraties van neerslag kunnen op korte termijn echter voor schade zorgen en de landbouw wordt in de toekomst alleszins risicovoller. Nieuwe variëteiten die optimaal presteren in het veranderende klimaat zullen wellicht niet kunnen voorkomen dat de opbrengsten van akkerbouwteelten steeds sterker gaan schommelen.

Verwijzend naar het Vlaamse Klimaatbeleidsplan 2006-2012 stelde Peeters daarom in de eerste plaats het onderzoek te zullen stimuleren naar de effecten van de klimaatverandering op de landbouwsector, aangepaste teeltsystemen en risicoverlagende maatregelen. Op basis van die bevindingen wil hij een Vlaams actieplan gaan uitwerken "op basis van de sociaal-economische afweging van de risico's en de dringende maatregelen bij de meest kwetsbare systemen".

Wat de vermindering van de CO2-uitstoot betreft, bestempelde Peeters de Vlaamse landbouw als een voorbeeldsector. "Tussen 1990 en 2005 daalde de landbouwemissies met 15 procent en het aandeel van de sector van 12 naar 10 procent". Voor een verdere daling van de CO2-uitstoot wil de Vlaamse overheid onder meer het energieverbruik in de glastuinbouwsector verder verminderen, meer biobrandstoffen produceren, het mestbeleid afstemmen op de Kyoto-normen, meer bossen aanplanten.

Het aandeel van de CO2 in de broeikasgassen die de landbouwsector uitstoot, is 32 procent. De andere broeikasgassen zijn lachgas (25 procent) en methaan (43 procent).

Bron: VILT