Lonicera x brownii
|
|
Naam |
Lonicera brownii |
Nederlandse naam |
Kamperfoelie |
Familie |
Caprifoliaceae |
Herkomst |
Kruising tussen L.sempervirens en L.hirsuta Ontstaan in Centraal-Canada |
Hoogte |
tot 4-5m |
Blad |
Ovaal (breed-elliptisch) blauwgroen blad aan de onderzijde blauwwit berijpt. Topbladeren onder de bloemen schotelvormig vergroeid. |
Bloei |
Scharlakenrood met oranje keel, tweelippig. Trompetvormig. In trossen. Niet geurend. Rijkbloeiend. |
Bloeitijd |
Juni-juli |
Standplaats |
Best in lichte schaduw. Doet het ook in de zon of in schaduw. Voedzame grond die niet uitdroogt. Als je een kamperfoelie langs een gevel aanplant, voorzie dan een voldoende ruim plantgat. |
Algemene kenmerken |
Een hybride die de charme van de L.sempervirens combineert met de winterhardheid van L. hirsuta. Bladverliezend. De jonge twijgen zijn roodpaars. Kamperfoelies zijn niet zelfhechtend en hebben dus steun nodig. |
Snoeien |
Om te verjongen en om te voorkomen dat de plant onderaan kaal wordt, kan je in het voorjaar (maart) snoeien. |
Vermeerderen |
Door halfverhoute stek, neem de stek midden in de zomer en zet hem in een kweekbak. Afleggen kan ook. |
Soorten cultivars |
'Dropmore Scarlet': krachtig groeiend en langdurige bloei met scharlakenrode bloemen, aan de binnenzijde geel. |
|
|
Er zijn nog geen reacties.
Log in om een reactie te plaatsen