Morus alba - Witte moerbei
![]() |
Naam | Morus alba |
Nederlandse naam | Witte moerbei |
Familie | Moraceae |
Herkomst | China, Taiwan, Korea, Himalaya Vanaf de 16de eeuw naar Zuid- en West-Europa gebracht. |
Hoogte | 8-10 (15) m. |
Blad | breed eirond tot hartvormig, heldergroen Bladrand grof en vaak onregelmatig getand |
Bloemen | onopvallend, in hangende katjes, groen éénhuizig Bestuiving geschiedt door de wind. |
Bloeitijd | mei - juni |
Vruchten | roomwit, soms roodachtig tot donkerrood De kleine vruchten doen aan frambozen/ bramen denken en zijn eetbaar. |
Algemeen | De witte moerbei is al sinds de oudheid in Aziatische en Zuid-Europese landen in cultuur. De bladeren vormen namelijk het hoofdvoedsel van de zijderups. Het is een middelgrote boom die ook als meerstammige heester kan voorkomen. De brede kroon is eivormig tot rond met een warrige vertakking. De schors is roodbruin tot grijsbruin en toont slingerende langsscheuren en patronen maar is relatief glad. |
Standplaats | Zonnig, warm en beschut. Jonge aanplant is vorstgevoelig. Groeit op een lichte, goed gedraineerde en liefst kalkhoudende bodem. |
Er zijn nog geen reacties.
Log in om een reactie te plaatsen