Oorworm- oorwormen

Oorworm = Forficula auricularia

Orde : Dermaptera

5-25 mm grote, licht- tot donkerbruin gekleurde insecten. Hoewel ze er vleugelloos uitzien bezitten ze wel degelijk vleugels. Ze zijn 's nachts actief. Typisch zijn de krachtige tangen (cerci) aan het uiteinde van het achterlijf, bij de mannetjes zijn deze forser, dikker en hebben deze ook kleine tandjes. Deze tangen dienen om voedsel vaste te nemen, om de vleugels te ont- en opvouwen en  als wapen tegen vijanden en rivalen.

Oorwormen veroorzaken vraatschade in de vorm van gaten in bladeren, knoppen en bloemen van diverse planten, vooral dahlia's, clematis en chrysanten. Die schade is (buiten het esthetische aspect bij de bladeren) verwaarloosbaar. Ook aan de wortels van planten vreten ze.

Ze kunnen gevangen worden door omgekeerde bloempotten die met stro gevuld zijn op een stok tussen de planten te plaatsen of op te hangen in grotere heesters. 's Ochtends kunnen ze dan weggevangen worden.

Goed om weten:

• oorwormen kunnen wel degelijk vliegen maar dit gebeurt uitsluitend 's nachts en eventueel ook bij de paring.
• oorwormen houden zich ook graag schuil in gebarsten bamboestokken (plantensteunen)

Val voor oorwormen

Je kan oorwormen op een simpele, effectieve en milieuvriendelijke manier vangen door een omgekeerde, met hooi gevulde bloempot op een stok tussen de planten te plaatsen, of te hangen. Oorwormen voeden zich ’s nachts en kruipen overdag in de pot om zich tegen zonlicht te beschermen. Oorwormen zijn gemakkelijk te herkennen aan de tang die zich aan het achtereinde bevindt en die sterker gekromd is bij het mannetje.