Patiofruit

Fruitbomen werden tot voor kort aangeboden onder diverse groeivormen zoals: laagstam, halfstam, hoogstam, leivorm... Sinds kort kan daar ook nog een minivorm aan toegevoegd worden die aangeboden wordt als 'Patiofruit'.

Patiofruit zijn dwerg fruitbomen die geënt zijn op een specifieke onderstam, zodat ze heel beperkt blijven qua vorm en grootte (maximaal worden ze 140cm). Deze fruitboompjes zijn ideaal om toe te passen in potten op een beperkte ruimte zoals een balkon of terras. Niet alleen het formaat is een voordeel, ze vragen ook weinig onderhoud. Jarenlang onderzoek heeft bij deze boompjes ook geleid tot een goede ziekteresistentie en lekkere vruchten. De patiofruitbomen zijn verkrijgbaar in diverse soorten van appel- en perenbomen maar ook abrikoos, kersen, pruimen, amandel, perzik, nectarine zijn verkrijgbaar.

Naast dit patiofruit heb je ook nog de 'Ballerina'-reeks dit zijn enkel appelbomen die als een kolom of zuil groeien en geen zijtakken vormen. (zie foto bovenaan).

Verzorging

• Geef deze boompjes een voldoende grote pot.
• Vul de pot met een voedzame potgrond.
• Laat de potgrond niet uitdrogen.
• Geef regelmatig aangepaste voeding.
• Geef ze een zonnige en min of meer beschutte standplaats.
   

Tien tips voor uw eigen opeet-tuin

Fruit uit eigen tuin is een smakelijk feestje, en met de vele verkrijgbare formaten fruitboompjes is het nu ook mogelijk bij u thuis, zelfs op een balkon in een pot, met goede verzorging, veel liefde en deze tien tips wordt ook uw fruittuin gegarandeerd een succes om van te smullen.

1. Fruit in elke tuin Zelf fruit kweken is in iedere tuin mogelijk. Omdat bepaalde soorten fruitgewassen in pot gekweekt worden, kunnen deze het hele jaar door geplant worden. Lees wel goed het etiket. Hier staat altijd op vermeld welke verzorging uw plant nodig heeft.
2. Zon Zet fruit het liefst op een plek waar minimaal drie uur per dag zon komt.
3. Voeding en mest Fruitboompjes moeten in voedzame grond worden geplant en tijdens de zomer regelmatig worden bijgemest, bijvoorbeeld met organische mest. Maar let op, geef niet te veel mest. Dan zal de boom namelijk te hard groeien, slappe scheuten krijgen en vatbaar worden voor ziektes.
4. Water Laat uw boompje niet verdrogen zodra het vruchten heeft gemaakt. Al verdroogt hij slechts één keer, hij laat meteen zijn vruchten vallen en dat is natuurlijk zonde. Geef pas geplante bomen eens in de twee weken goed water. Voor dwergbomen moet de grond vochtig zijn tot minstens 60 cm diep en voor grote bomen tot 90 à 120 cm diep.
5. Snel smullen Hoogstam fruitbomen geven pas na vijf tot acht jaar een eerste oogst. Wilt u sneller smullen? Kies dan een dwergboom of patioboom op een traag groeiende onderstam. Deze dragen veel sneller vruchten. Bovendien zijn ze ideaal als u weinig ruimte heeft.
6. Gezond en mooi Fruitgewassen zijn niet alleen lekker en gezond, maar bovendien erg mooi. In het voorjaar doen ze met hun bloesem niet onder voor siergewassen. Een appel- of perenboompje in de tuin is alleen al daarom een aantrekkelijke keuze. Ook de kers bloeit rijk, met sprankelend spierwitte bloesem.
7. Klimaat en grond Kies de soort die bij ons klimaat en grondsoort past. Handappels en handperen doen het bijvoorbeeld goed in doorwaterde grond. Kleine warme stadstuinen zijn ideaal voor bijzondere fruitsoorten zoals vijgen, kiwi en perzik. Blauwe bosbessen houden van vochtige, zure, turfrijke grond. Normaal vochtige en droge gronden zijn bijzonder geschikt voor trosbessen, frambozen en bramen.
8. Bestuivers Zorg voor bestuivers, indien nodig. Veel fruitbomen hebben stuifmeel van een andere, maar soortgelijke variëteit nodig om vruchten te vormen. Sommige appel- , peren- , pruimen- en kersenrassen bestuiven zichzelf. Let daar op bij aankoop.
9. Wind Als het in uw tuin veel waait, zet de bomen dan op een plek waar ze tegen de wind zijn beschermd. Maar, laat fruitbomen niet té beschut staan. Als ze niet goed droog waaien, krijgen ze eerder infecties. Beschutting aan de westkant is voor fruitbomen vaak voldoende.
10. Snoeien en uitdunnen Het belangrijkste doel van snoeien is om in de jeugdfase een goede boomvorm te krijgen en later om de oogst zo groot mogelijk te maken. Bij de meeste fruitsoorten is uitdunnen nodig om grotere en betere vruchten te krijgen. De beste tijd hiervoor is vroeg in de zomer.