MijnTuin.org
Wil je gepersonaliseerde informatie ontvangen over jouw tuin?
Heb je reeds een MijnTuin.org account? Aanmelden
Registreer je nu gratis!

Plantenveredeling

2988 x gelezen
Eddy G. door Eddy Geers Volg Eddy G.

Plantenveredeling


Alles kan  beter. Dat dacht waarschijnlijk ook Thomas Fairchild, een Londense teler, die als eerste rond 1720 een door de mens gemaakte kruising maakte tussen twee soorten, een anjer en een duizendschoon, door middel van kruisbestuiving. Dit was blijkbaar het begin van de doelbewuste kruising en de selectieve teelt van planten.

Er is echter een lange weg afgelegd tussen het moment dat men begon met het selecteren van zaden en gewassen om noodgedwongen te kunnen voorzien in de voedselbehoeftes en het moment dat men besefte dat ook planten en zaden manipuleerbaar zijn. Om dan nog maar te zwijgen tot het in kaart brengen van het genetisch materiaal van de zandraket (Arabidopsis thaliana) waardoor de genen konden worden blootgelegd die betrokken zijn bij sleutelprocessen als bloei, groei en ziektebestendigheid. Informatie waardoor onderzoekers succesvol verder konden werken aan de genetische manipulatie.

Veredeling is maar een eerste, bescheiden stap in de richting van manipulatie. Want met veredelen bedoelen we dus de opzettelijke handeling die men bij cultuurgewassen toepast om diverse eigenschappen of kenmerken van deze gewassen te verbeteren. Dat verbeteren kan betrekking hebben op alle mogelijke eigenschappen zoals: -hogere opbrengst -langere houdbaarheid -betere (aangenamere) smaak -mooiere kleur -betere weerstand tegen ziekten of plagen -betere geschiktheid voor mechanische oogstmethoden.

Het waarom en het doel om te veredelen is in de loop van de tijd wel veranderd. Waar men vroeger vooral mikte op een hogere opbrengst, ligt de nadruk tegenwoordig meer op de kwaliteit, smaak, resistentie tegen ziekten en ecologische aanpassing van de gewassen. Tot het begin van de 20ste eeuw was deze plantenveredeling eigenlijk niet veel meer dan het selecteren en sorteren van de beste planten of zaden uit de van nature aanwezige variatie binnen een bepaalde plantensoort. Alhoewel de Azteken toch eeuwen geleden reeds het primitieve teosinte-gras omvormden tot maïs door middel van klassieke veredeling.

Na de herontdekking van de wetten van Mendel ging men pas meer en meer doelgericht gaan kruisen en selecteren. Gregor mendel (1822-1884) kweekte en kruiste in zijn tuin erwten. Zijn erfelijkheidswetten legden de basis van de moderne plantenveredeling.

Planten hebben de eigenschap om in de natuur willekeurig met elkaar te gaan kruisen. Bij deze kruisingen worden de erfelijke eigenschappen van de planten gemengd en in nieuwe combinaties opgeslagen in het zaad. De mens wilde echter ingrijpen in deze 'toevalligheden' of dit proces versnellen. In eerste instantie om in zijn voedsel te kunnen voorzien wilde de mens zelf het bloeitijdstip of de grootte en kleur van de vrucht of andere eigenschappen gaan bepalen en regelen.  Hiervoor selecteerde men ouderplanten met bepaalde gewenste eigenschappen, in de hoop dat deze eigenschappen bij de nakomelingen worden gecombineerd.   Door het kruisen van twee nauw verwante planten wordt een nieuw ras gecreëerd, een hybride. De eerste nakomelingen van zo’n kruising krijgen de naam F1 hybride. Bedoeling is dat deze F1 hybriden een sterke plant opleveren die de goede, gewenste  eigenschappen van de ouders bezit. De precieze gang van zaken is mede afhankelijk van het voortplantingstype in het gewas (vegetatief voortgeplante zoals aardappel, zelfbestuivers zoals tarwe, kruisbestuivers zoals biet). Het komt echter toch altijd neer op het kunstmatig maken van bastaarden tussen een ras dat veredeld moet worden en een ras van dezelfde soort dat een bepaalde eigenschap heeft die men wenst te bekomen. De ouder van deze laatste soort kan ook wel een andere soort zijn, mits deze natuurlijk kruisbaar is met de te veredelen soort.

Terugkruising van planten uit de eerste dochtergeneratie (de F1) met een van de ouders, of zelfbestuiving in de F1 levert een tweede bastaardgeneratie (F2). Het heeft dus geen zin om F1 hybrides zaad te laten zetten en dat terug te zaaien. Er is maar heel weinig kans dat je opnieuw planten krijgt met de gewenste eigenschappen. Je zal dus elk jaar opnieuw bijvoorbeeld zaad van tomatenplanten F1 hybride moeten kopen. Dit is uiteraard in het voordeel van zaadbedrijven of veredelingsbedrijven want zij bezitten de ouderlijnen van de F1 hybride die ze hebben ontwikkeld.

Het ontwikkelen van zo’n nieuw ras is een vaak lang en duur proces. Een veredelingsprogramma (en aanvragen van de nodige licenties) duurt wel 7 tot 15 jaar, afhankelijk van het gewas. Een nieuw ras wordt juridisch beschermd (kwekersrecht) waardoor het niet zonder toestemming kan vermeerderd worden en zo kan men het geïnvesteerde geld terugverdienen. Bij veredeling wordt steeds vaker gebruik gemaakt van moderne technieken die het veredelingsproces kunnen versnellen. Door de recente ontwikkelingen op het gebied van de biotechnologie en moleculaire DNA-merker technieken kan de plantenveredeling nog beter en sneller inspelen op de voortdurende vraag naar betere, gezondere gewassen die beter bestand zijn tegen ziektes en plagen.

Bronnen: Planten voor het dagelijks gebruik : C. Kalkman  KNNV uitgeverij www.kennislink.nl

Reacties

Er zijn nog geen reacties.

Log in om een reactie te plaatsen