Rode biet
Rode biet |
|
Wetenschappelijke naam |
Beta vulgaris var. rubra |
Familie |
Chenopodiaceae (Ganzevoetfamilie) |
Indeling |
Wortelgewassen |
Herkomst |
Afkomstig van de strandbiet, een wilde plant die voorkomt in het Middellands-Zeegebied |
Algemeen |
Rode biet is een tweejarig gewas. Het eerste jaar wordt een donkerrode penwortel aangemaakt die rond, langwerpig of platrond kan zijn al naargelang de cultivar. Tegenstanders van deze zeer gezonde groente verwijten hem vooral zijn 'grondsmaak'. Rode biet is rijk aan ijzer, vitamine C en mineralen. |
Teelt |
De meest toegepaste, en meest succesvolle teelt is deze waarbij men vanaf half april tot begin juli zaait in volle grond. Zaai in rijen op een afstand van 30 cm. Wil je vroeger starten met zaaien dan moet je aangepaste soorten nemen (vb platronde van Egypte). Het zaad van rode biet heeft een speciale vorm en is eigenlijk een vruchtkluwen waarin meerdere zaden zitten. Leg deze kluwen ongeveer 5 cm uit elkaar (2 cm diep) Na opkomst, zodra de planten 3 à 4 bladeren hebben, moet er uitgedund worden zodat de jonge plantjes een tiental cm uit elkaar staan. Hoe verder je de plantjes uit elkaar zet hoe groter de knollen zullen worden. Best kan je de zaden voorweken. |
Ziektes |
Bietenkevertje, bietenvlieg. Eventueel aantasting door slakken en bladluizen. |
Bewaren |
Voor een wintervoorraad kan je de knollen in een kist met zand bewaren op een vorstvrije plaats. |
Recepten |
Er zijn nog geen reacties.
Log in om een reactie te plaatsen