Tuinrimpels
Tuinrimpels
Mist jaagt over de velden en doet de zoete zomergeur vervliegen. De felheid waarmee de zomer beleefd werd tempert. Alles vertraagt, en dat is maar goed ook.
Wat zou er gebeuren moest de zomer eeuwig blijven duren? Elke dag opnieuw een tuin die zijn hoogtepunt bereikt met een tuinier die gejaagd door de tuin beweegt. De borders blijven dan wel op hun hoogtepunt, ze hoeven steeds een constante controle. Een paradijs op aarde, en daar moet aan gewerkt worden; met water geven op warme dagen, en omgewaaide planten stutten na een striemende regenbui; met bladluizen en slakken bestrijden die van geen wijken willen weten want zij houden geen winterslaap.
‘Juist leuk’ denkt u waarschijnlijk ‘dan kunnen ook wij profiteren van die eeuwige zomer, met continu bloeiende borders en geurende planten.’ Ik denk dat we het na enkele jaren voor bekeken houden met steeds weer die eeuwige rozengeur en bedwelmende kamferfoelie. Te veel van het goede, en dat gaat op de duur vervelen. Hoe vermoeiend zou het zijn om steeds weer, met niet-aflatende ijver, de borders en de moestuin te moeten bijhouden. Onafgebroken, want de dagen blijven lang en als tuinfanaat weet je dan van geen ophouden. Pas wanneer het begint te schemeren ga je naar binnen. Ik spreek uit ondervinding…
In feite mogen we ons gelukkig prijzen nu de tuin stilaan verandert. Wanneer de toortsen en scharlei verdorren, de bloemen van duizendblad bruin verkleuren en brandkruid met statige stengels zijn zaaddozen toont, dan lijkt het verval onherroepelijk in te treden. Die primaire tekenen van aftakeling lijken op het verschijnen van de eerste kraaienpootjes of de eerste grijze haren die we bij onszelf ontdekken. Ze doen ons beseffen dat jeugd en schoonheid vergankelijk zijn en dat andere waarden voorop staan.
Al is die prachtige rozenglorie ten einde en toont het blad niet meer zo fris: andere planten nemen de aandacht karaktervol over. De bloemen van hemelsleutel beginnen te blozen. Clematis orientalis en Clematis tangutica bloeien overvloedig met gele lantaarntjes en Oost-Indische kers heeft het nu pas goed naar zijn zin. De paarse aren van Persicaria amplexicaule reiken eindelijk boven de bloeiende Echinacea, en het koninginnenkruid is haar naam waardig. De zilveren pluimen van het prachtriet Miscanthus sinensis ‘Silberfeder’, en ook de borsteltjes van het lampenpoetsergras stijgen uit boven de planten. De halmen van pijpenstrootje wuiven de laatste zomerbries weg. | ![]() |
Laat dus maar die twijfelende herbloei van de spoorbloemen die, met prullerige bloemen, een eerste rimpel over de tuin trekt. De tuin hoeft niet meer als eerste in de rij te staan met perfectie en prestatie. Er mag al eens geblunderd worden met doorgezakte en vergrijzende planten. De tuin weet beter. Hij heeft het allemaal al gezien. Misschien is dit wel het mooiste van het herfstseizoen, en niet alleen in de tuin.
Greet berghmans blaeckerhof@hotmail.com
Er zijn nog geen reacties.
Log in om een reactie te plaatsen