Wachten
Wachten
De ster aan de hemel is verdwenen en het lied van de engelen is verstild. Koningen en wijzen keren terug naar huis. De laatste wensen zijn verstuurd en goede voornemens zitten nog vers in het geheugen.
De winter begint.
Nou ja, winter. Het is een en al grijs buiten, met af en toe een waterzonnetje. Ook te zachte temperaturen voor de tijd van het jaar. Het lijkt alsof de aarde zich tegen ons keert. Dat heeft ze ook gedaan, heel vroeger, met massale uitstervingsgolven aan het einde van het Perm (251 miljoen jaar geleden) en aan het einde van het Trias (50 miljoen jaar geleden). Deze twee periodes kenden grootschalige vulkanische activiteit waarbij enorme hoeveelheden kooldioxide en methaan vrijkwamen, die voor een snelle opwarming van de aarde zorgden, wat leidde tot extreme broeikaseffecten. Deze zogenaamde thermische uitstervingsgolven begonnen toen de CO2–concentratie in de atmosfeer rond de 1000 deeltjes per miljoen (ppm) bedroeg. Momenteel bedraagt de CO2-concentratie 385 ppm, en dat aantal stijgt jaarlijks met 2 ppm. Door de economische groei in Azië verwacht men een jaarlijkse toename van 3 ppm. Indien deze trend zich niet keert, benadert de atmosfeer aan het einde van de volgende eeuw de kritieke drempel van 1000 ppm. Met hulp van de mensheid begint de volgende catastrofe rond het jaar 2300. (*)
Genoeg apocalyptische voorspellingen. Ik denk positief en heb er hoop in dat het gezond verstand zal winnen van het economisch en politiek gewin.
Doorheen de dagelijkse berichten over uit de hand lopende temperatuurcurves en klimatologische noodtoestanden, bloeit de groep bonicarozen in de tuin met enkele roze, wat ziekelijk aandoende bloemen op kale stengels. De groep geeft een futloos bisnummer voor een lege, muffe zaal. Geen applaus.
De bloemknoppen van de toverhazelaar staan op barsten, de Helleborus orientalis buigt schuchter zijn gesloten bloemhoofdjes, en sneeuwklokjes en krokussen priemen door het bladerdek heen. Bloeiende bosaardbeitjes lonken frisgroen naar al wat voorbij zweeft en hopen op bevruchting. Geen hommel te zien. Prunus subhirtella ‘Autumnalis Rosea’ heeft nog nooit zo overweldigend gebloeid. De ijle lucht waartegen hij afsteekt is geen passende achtergrond voor de porseleinroze bloempjes. Het is moeilijk hem in volle glorie te fotograferen. |
Her en der kleurt de border met vlekjes lichtroze van de bloempjes van Geranium endressii. Robertskruid (Geranium robertianum) en viooltjes hebben zich massaal uitgezaaid en peppen mij op tijdens een controlewandeling in de tuin. Ze geven een vrolijk gevoel, maar nog niet in die mate dat het ademloos maakt zoals in maart. |
Om zoveel mogelijk zaden en insecten een goede start te geven in de lente, wacht ik met het opruimen van de borders. Insectenpoppen van wilde bijensoorten overwinteren in holle plantenstengels. Ook vele zaden van tweejarigen en kortlevende vaste planten zoals Verbena bonariensis, Sysirinchium en salviasoorten hebben baat bij een dun dek van afgevallen herfstblad. Moest nu diezelfde border in een bui van ‘ik ga er eens stevig tegenaan’ opgeruimd worden, het zou tal van prille zaailingen de nek omwringen na een stevige en langdurige winterprik. Want de winter, die komt eraan. Naar jaarlijkse gewoonte rond de periode van dochters verjaardag, begin februari.
Greet Berghmans blaeckerhof@hotmail.com Bronvermelding:(*): Scientific American (1–2007): artikel ‘De aarde neemt wraak’
Er zijn nog geen reacties.
Log in om een reactie te plaatsen