Welke voeding heeft een kip nodig?
Zoals voor alle dieren – en ook voor de mens – levert het voedsel voor de kip bouwstenen en energie. De belangrijkste bouwstenen zijn de eiwitten. Legkippen hebben er een grote behoefte aan.
Legmeel en bodemorganismen zijn eiwitrijk. Een kip is een levendig dier. Ze heeft dan ook behoefte aan energierijk voedsel. Kippen met weinig loopruimte en een dieet dat veel koolhydraten – suikers en zetmeel – bevat, worden vet. Verder levert het voeder ook de mineralen, vitaminen en andere elementen die onmisbaar zijn voor het goed functioneren van het lichaam van de kip.
Vogels hebben geen tanden. Het opgepikte voedsel wordt eerst opgeslagen in de krop. Dit is een verbreding van de slokdarm. Vervolgens worden er in de kliermaag pepsine en zoutzuur aan toegevoegd om eiwitten af te breken. In de spiermaag wordt het voedsel verkleind doordat het met steentjes wordt vermalen. Die steentjes pikt de kip geregeld mee op. Ze blijven in de maag wanneer het voedsel zijn weg verder zet naar de darm. De steentjes worden pas vervangen als er nieuwe worden ingeslikt. De kip heeft een relatief korte darm; ze kan daarom weinig ruwe vezel verteren. In de darm gebeurt de vertering door bacteriën en spijsverteringssappen. Dankzij jarenlang onderzoek zijn de voedselbehoeften van de kip perfect gekend.
Het rantsoen aan keuken- en tuinafval dat je aan je kippen voorschotelt is wisselend van hoeveelheid en van samenstelling. Voor de goede conditie van de dieren zal je ze daarom dagelijks nog een portie samengesteld voeder moeten bijgeven. In iedere dierenspeciaalzaak vind je een volledig gamma aan kippenvoeders, gaande van kuikenvoer en opfokvoer voor slachthaantjes tot granenmengsel van legmeel of – korrels voor legkippen. Behalve keukenafval en legmeel, korrels of granen zullen de kippen ook baat hebben bij het levend groen dat ze in de ren vinden en de insecten en wormpjes die ze tijdens het scharrelen bovenhalen. De kip is een alleseter bij uitstek. Het bijeenscharrelen van haar voedsel houdt haar bovendien in beweging en dus in conditie.
Kippen en voedselveiligheid
De voedselcrisissen van de laatste jaren, veroorzaakt door externe contaminatie met giftige producten en ziektekiemen, hebben de wetgeving inzake het voederen van dieren en de verloop van hun vlees en eieren een stuk strengen gemaakt. Drie belangrijke principes liggen aan de basis:
- De voedselketen moet gecontroleerd worden tot bij de eindgebruiker
- Kannibalisme moet ten alle prijzen vermeden worden
- Voederen met dierlijke producten is verboden
Wat betekent dit voor de particuliere kippenbezitter?
Je mag aan je kippen geen vlees, vis of charcuterie voederen. Etensresten met vlees (bijvoorbeeld spaghettisaus) komen evenmin in aanmerking. Verder moet je de kringloopgedachte heel strikt toepassen. De eieren en eventueel het vlees van kippen uit de eigen tuin mag je enkel voor eigen consumptie gebruiken.
KIPPEN VERWERKEN KEUKEN- EN TUINAFVAL
Hoeveel pikt de kip?
Kippen zijn vlotte verwerkers van keuken- en tuinafval. Enkele Vlaamse gemeenten en intergemeentelijke samenwerkingsverbanden vroegen aan hun inwoners om te noteren hoeveel keuken- en tuinafval ze dagelijks aan de kippen aanboden. Gemiddeld bleken de kippen zo’n 150 g keuken en tuinafval te verwerken per dag en per dier. Dit is ongeveer 1kg per week of meer dan 50 kg per kip en per jaar. Ze eten echter niet zomaar alles wat je ze voorschotelt.
Welke keukenafval lusten kippen?
Schillen en bladeren van groenten en fruit, oudbakken brood, rauwe aardappelschillen (in beperkte mate). Restjes van bereid voedsel: gestoofde groenten, gekookte aardappelen en frietjes, rijst, resten van soep, pitten van tomaten, courgettes en meloenen…
Welke tuinafval geef je ze beter niet?
Uienschillen en preibladeren, schillen van bananen en citrusvruchten, beschimmeld fruit en brood, groene aardappelen, beenderen, kiwischillen, te vette, pikante of zoute etensresten, sauzen, vlees en vis, charcuterie, restjes van kaas … geef niet meer keukenafval dan wat tegen de avond allemaal opgegeten wordt. Blijft er toch over? Verwijder het, want etensresten trekken ongedierte aan. Je kan keukenafval ook in kleinere porties voederen in de loop van de dag.
Ook tuinafval kunnen ze de baas
Kippen zijn vooral verlekkerd op onkruid. Je kan het op de grond of in de scharrelbak gooien. Lang onkruid kan je beter in een ruif leggen of ophangen in bussels. De kippen pikken er dan stukken af die ze gemakkelijk kunnen inslikken. Met lange slierten blijven ze soms minutenlang rondlopen zonder er iets mee aan te vangen. Bepaalde onkruiden zoals distels en delen of zaden van giftige platen zullen de kippen onaangeroerd laten. Zo leren ze je wat in het vervolg beter meteen de compostbak ingaat. Het risico dat een kip een giftige plant zou opeten en eraan dood gaat, is erg klein.
Kippen verwerken eveneens gemaaid gras maar er echt veel van eten doen ze niet. Teveel gras is trouwens af te raden. Fijn gazonmaaisel begint snel te gisten. Strooi het daarom onmiddellijk na het maaien in de ren. Lang gras kan in de krop een bal vormen en er blijven steken. Je kippen sterven hieraan. Snoeihout en haagscheersel zijn aan de kippen niet besteed. Leg wat takken droog snoeihout op plaatsen waar je gras wil laten groeien. De kippen zullen er niet lopen of scharrelen.
Doe er nog een schepje bij
Zelfs met een stevige dagelijkse portie keukenafval is het toch noodzakelijk om je kippen legmeel of een granenmengsel bij te voederen. Zorg voor zo’n 65 g per kip en per dag. Om gezond te blijven en aan de hoge eisen die de leg aan haar lichaam stelt te kunnen voldoen, heeft een kip een evenwichtig samengestelde voeding nodig. Keuken- en tuinafval kan die samenstelling niet garanderen. Je moet het eerder als een extra versnapering beschouwen.
Het populairste kippenvoer is de gewone graanmengeling. Meestal verstrekt met een mengeling van maïs – al dan niet gebroken – en tarwe. Maïs is heel energierijk maar eiwitarm. Het is dus niet geschikt als solorantsoen. Tarwe is veel eiwitrijker dan maïs. Een uitgebalanceerde mengeling van beide volstaat indien er voldoende dierlijke eiwitten – insecten, wormen – en groenvoer voorhanden zijn. Zo is ook de aanvoer aan mineralen en vitamines verzekerd.
Sommige granenmengsels die je in de handel vindt, bevatten ook peulvruchten zoals erwten, bonen en soja. Peulvruchten zijn eiwitrijker dan granen en kunnen de voedingswaarde van een granendieet sterk verbeteren. Naast de graanmengelingen zijn er ook complete voeders op de markt onder de vorm van legmeel en legkorrels. Deze voeders zijn zowel qua energie en eiwit als qua vitaminen en mineralen volledig uitgebalanceerd. Het legmeel is samengesteld uit granen, peulvruchten, oliehoudende zaden, vitamine- & mineralensupplementen. Sinds de BSE-crisis wordt geen dierenmeel meer toegevoegd. Antibiotica of andere medicatie zijn in het voer voor legkippen niet aanwezig. Dat is wettelijk verboden. De meeste van deze voeders zijn beschikbaar onder twee vormen, nl. als meel en in geperste korrels. De korrels zijn aan te bevelen omdat de kippen zo minder vermorsen.
Steeds meer voederbedrijven bieden ook biologisch voeder aan. De gebruikte granen en peulvruchten zijn biologisch geteeld. Antibiotica, kalmeermiddelen en chemische smaakstoffen zijn niet toegelaten in biovoeders. Evenmin mogen genetisch gemanipuleerde ingrediënten (bv. Ggo-soja of ggo-maïs) gebruikt worden. In België zijn ook geen dierlijke ingrediënten (dierenmeel, dierlijke vetten) toegelaten in biovoeders. Let bij aankoop op het Biogarantie®-label.
Als je legmeel gewoon in de ren uitstrooit, gaat een groot deel verloren. Geef daarom legmeel, legkorrels maar ook graan in een open bak, een voedergoot of een voederautomaat. De dieren kunnen dan niet krabben in het eten. Dit voorkomt verkwisting. Met een voederautomaat stel je in één keer een grote voorraad eten ter beschikking. Je moet niet elke dag voederen. De automaat opent zich onder het gewicht van de kippen op een loopplank. Lichtere vogels zoals mussen oefenen te weinig druk uit en raken dan ook niet bij het voedsel. Controleer regelmatig of de voederbak nog goed werkt. Kijk na of de klep niet geblokkeerd zit of het voeder niet vast zit. Een voederautomaat heeft wel het nadeel dat je minder vaak contact hebt met de dieren. Problemen worden zo minder snel duidelijk.
De voortdurende aanwezigheid van voeder in het hok kan ongedierte aantrekken. De kippen zelf kunnen ook te veel eten en vervetten. Het grootste risico van voederautomaten is echter dat men wel eens vergeet om ze tijdig bij te vullen. Hou een voorraad granenmengsel achter de hand. Geef het als extraatje om de dieren bijvoorbeeld toch iets te geven op dagen dat je geen keuken- of tuinafval hebt. Het is meteen ook handig als kinderen de kippen eens willen voederen. Bewaar het voeder op een droge plaats buiten het hok. Zoniet gaat het schimmelen en worden gifstoffen gevormd. Bewaar het in een afsluitbare emmer of ton, buiten het bereik van ratten en muizen. Omdat volle granen levend kiemkrachtig voedsel is, hebben ze een lange bewaarbaarheid. Als je korrels of meel voedert, let dan op de houdbaarheidsdatum.
Gemalen schelpen en maagkiezel
Calcium is een levensnoodzakelijk mineraal voor elke legkip. Het is aanwezig in onze etensresten – ook wij hebben er behoefte aan – en in commerciële voeders. Vooral tegen de winter bestaat het risico dat er kalkgebrek ontstaat. Om zeker te zijn dat de kippen bij verhoogde behoefte voldoende calcium innemen, is het aan te raden om in het hok steeds een bak met gemalen mossel- of oesterschelpen (grit) te plaatsen die je in de handel kan kopen. Wanneer je kippen regelmatig windeieren leggen, met een vlies in plaats van een schaal, duidt dit doorgaans op calciumtekort. Een eenmalig windei heeft meestal met stress te maken. De kip kan bijvoorbeeld hevig geschrokken zijn of geen drinkwater vinden.
Om het voeder en in het bijzonder de granen in hun spiermaag fijn te malen, pikken de kippen steentjes of maagkiezel op. De steentjes blijven voor langere tijd in de maag zitten maar moeten toch regelmatig vervangen worden. In Vlaanderen zijn bodems meestal niet die aard dat de dieren er veel steentjes vinden. Je zal ze dus ook ter beschikking moeten stellen. In de handel vind je een mengsel van grit (steentjes) en maagkiezel.
Water
Kippen moeten steeds kunnen beschikken over vers en zuiver water. Voorzie zo’n 250 ml per kip en per dag of een liter water per toom van 4 kippen per dag. Plaats de drinkbak niet te ver van de voederbak zodat de kippen tijdens het eten ook kunnen drinken. Plaats hem best buiten het hok om te voorkomen dat het strooisel vuil wordt. Zorg ervoor dat de kippen over een rand moeten drinken, bijvoorbeeld uit een oude kookpot. Zo vervuilen ze het water niet te snel. De drinkrand bevindt zich best op borsthoogte van die kip. Ververs in de zomer het water dagelijks. Plaats de drinkbak in de schaduw en reinig hem regelmatig. Bij hogere temperaturen is er namelijk een versnelde groei van algen en bacteriën.
Tijdens de winter kan je de drinkbak tijdelijk binnen in het hok plaatsen om te voorkomen dat het water bevriest. Het risico bestaat wel dat de dieren het bevuilen met strooisel. Je moet het dus zekers dagelijks verversen. Een alternatief is een wisselbak: de ene bevroren drinkbak zet je in huis om te laten ontdooien en te verversen terwijl je de kippen een andere drinkbak met vers lauw – geen warm – water voorzet. Voeg zeker nooit zout toe aan het water!
Bron: Ovam
Log in om een reactie te plaatsen