MijnTuin.org
Wil je gepersonaliseerde informatie ontvangen over jouw tuin?
Heb je reeds een MijnTuin.org account? Aanmelden
Registreer je nu gratis!

Wormstekigheid bij appels en peren

21507 x gelezen
Eddy G. door Eddy Geers Volg Eddy G.

Waar komen de wormpjes in appelen en peren vandaan? Wormstekigheid, want zo wordt deze plaag genoemd, wordt veroorzaakt door de rups van het fruitmotje of appelbladroller (Carpocapsa, Laspeyresia of Enarmonia pomonella). De schade merk je bij de aangestoken vruchten door bruinomrande gaatjes in de schil.

De fruitmot is een kleine nachtvlindersoort (9 mm groot) waarvan men wel de schade kent die hun rupsen veroorzaken, maar waarvan men de vlinder zelf zelden of nooit opmerkt. Het zijn minivlindertjes die vliegen als het donker wordt, vanaf de avondschemering. De eitjes worden afgelegd vanaf de maand mei op bloembladeren, op jonge vruchten of ook wel op scheuten en bladeren. Hieruit komen de piepkleine rupsjes die zich een weg in de vrucht vreten, eventueel na eerst wat oppervlakkige blad- of vruchtvraat. Dikwijls zitten de boorgaatjes in de vrucht verstopt onder een daaraan vast gesponnen blad.

De onvolgroeide rupsjes zijn vuilwit van kleur met een donkere kop. Ze doorboren de vruchten en laten hun donkere uitwerpselen achter in de vraatgangen. Ze begeven zich tot in het klokhuis waar de rups de pitten aanvreet. Dit in tegenstelling met de vroege fruitmotrups (Pammene rhediella) die smalle, droge gangen met witte aanslag maakt in de richting van de steel. De vroeg in het voorjaar aangevreten vruchten vallen vroegtijdig af. Of dit nuttig of schadelijk is hangt af van de dracht van de boom. Wanneer er teveel fruit aanhangt is het juist gunstig als natuurlijke dunning.

De graad van aantasting kan sterk verschillen van jaar tot jaar. Dat heeft te maken met het feit dat de vlinders pas actief zijn bij avondtemperaturen vanaf 13°C. Hun eitjes zetten ze pas af bij avondtemperaturen van 15°C of hoger. Uit onderzoek blijkt dat niet alleen de avondtemperatuur bepalend is voor de ei-afleg, maar dat voor een sterke ei-afleg de maximale dagtemperatuur gedurende twee dagen boven de 18°C moet zijn. De rups doet er ongeveer een maand over om volgroeid te raken. Tegen dat de appels of peren noodrijp worden heeft de rups zich doorgaans volgevreten en is hij volgroeid. De volgroeide rups is crème tot roze gekleurd met donkerbruine kop. Hij maakt een tunnel naar de buitenkant van de vrucht op zoek naar een overwinteringsplaatsje onder een los stukje schors. Daar overwintert hij als volgroeide rups.

Bij gebrek aan ruwe stam zoeken ze ook wel een plekje op de grond. Op deze plekken verpoppen ze zich ook. Bij voorkeur overwinteren ze aan de noordzijde van de boom omdat de temperatuurverschillen op één dag aan de zuidzijde enorm kunnen oplopen wat hun overlevingskansen sterk vermindert. De gewone fruitmot heeft soms een tweede generatie, afhankelijk van het weer. Een warme zomer levert al vlug een tweede generatie op. Want zoals voor de meeste insecten, geldt ook hier de regel dat hun ontwikkeling sneller verloopt als de temperatuur hoger is. Half juli is dan het tijdstip dat volgroeide larven van de eerste generatie verpoppen en een tweede generatie fruitmot voortbrengen. Juist die tweede generatie veroorzaakt de meeste schade. Het levert vlak voor de pluk bij rijpend fruit nog wormstekige vruchten op. Bij kouder weer blijft het overgrote deel van de volgroeide larven van de eerste generatie gewoon rups en overwinteren op deze manier. De schade door een tweede generatie is dan veel kleiner.

 

Reacties

Er zijn nog geen reacties.

Log in om een reactie te plaatsen