Ziekten en plagen bij fruitbomen
Om problemen op te lossen is het noodzakelijk dat je de juiste diagnose kan stellen. We geven hierbij een overzicht van de meest voorkomende problemen bij fruitbomen.
|
Wat zie je ? |
Probleem |
Oplossing |
|
De vruchten gaan vroegtijdig rotten. Bij zware aantasting verwelken ook de jonge scheuten. Over het geïnfecteerde rottende materiaal vormt zich een grijswitte, pluizige schimmel. |
||
|
Bloemen, bladeren en jonge scheuten verkleuren bruinzwart en verdorren en verschrompelen. De planten gaan dood. Komt vooral voor bij appels, peren en kweeperen. |
||
|
Grijsgroene of olijfkleurige vlekken op de bladeren (zowel onder- als bovenkant). Ze veroorzaken vroegtijdige bladafval en misvormingen. Op de jonge stengels verschijnen blaarvormige wonden en op het fruit ontstaan bruine stippen en zwarte vlekken die barsten en kurkachtig worden. Komt vooral voor bij appel en peer. |
||
|
Ruwe, bultige of kurkachtige gezwellen op de takken, vooral bij ogen of aan snoeiwonden. Onregelmatige stengelvorming. Jonge takken sterven af. Schors schilfert af. Ingezonken plekken ontstaan met daarrond woekerweefsel. Boven de aangetaste plekken gaan de takken of stam dood. In de winterperiode verschijnen kleine ronde puntjes. |
||
|
Verwelkte bloesems, bladeren en jonge scheuten die verdroogd aan de boom blijven hangen als mummies. Zachte, bruine, rottende vlekken in het vruchtvlees. Als deze groter worden ontstaan concentrische ringen van crèmekleurige sporenhoopjes. Vooral bij appel, peer, pruim, kers, nectarines. |
||
|
Bladeren en jonge scheuten worden blaasvormig opgezwollen en gekruld. Het blad wordt rimpelig en misvormd. Vaak verkleurt het van groen tot roomwit of roodpaars. Hierop volgt een schimmelachtige groeiwijze op de bovenzijde van het blad. Het blad valt vroegtijdig af. Komt vooral voor bij perzik, nectarine, abrikoos. Best is om preventief te spuiten bij zwellen van de botten in het vroege voorjaar. |
||
|
Vanaf mei vormt zich eerst op de onderkant van het blad en later ook op de twijgen en vruchten een wit poeder, dat later ook bruin verkleurt. Door de schimmel raakt het blad misvormt en gaat afvallen. Nieuwe scheuten kunnen ook geïnfecteerd raken. |
Product 1 Direct toepassen bij waarneming eerste symptomen. |
|
| Bij pruimen en kweeperen krijgt het blad een zilvergrijze glans en de takken sterven af. Uiteindelijk sterft de hele boom af bij een ernstige aantasting. Als de boom afsterft verschijnen er op de takken en stammen bruinpaarse vruchtlichamen die sporen bevatten. Veelal komt de schimmel voor op leden van het Prunus-geslacht als deze pas gesnoeid zijn. | LOODGLANS | |
|
Hagelschotziekte is een typische schimmelziekte bij steenvruchten zoals kers, perzik en pruim, nectarines en abrikozen. Maar ook op sierplanten zoals de paplaurier (Prunus laurocerasus) en de sierkers (Prunus) kan deze ziekte veel schade veroorzaken. Op de bladeren ontstaan ronde, bruine vlekjes die er na enige tijd door de wind uitvallen. Hierdoor ontstaan er gaatjes in de bladeren. Dit schadebeeld kan sterk verward worden met rupsenvraat en de Nederlandse benaming van deze ziekte verwijst naar de schade die kan aangericht worden door een hevige hagelbui. Maar in dit geval is niets minder waar. Indien de vlekjes op de nerven voorkomen, vergeelt het blad en komt er vervroegde bladval voor. (met takontbloting als gevolg.) |
HAGELSCHOTZIEKTE | Product 1 |
|
De bladeren krullen op. De bovenkant van de bladeren wordt kleverig. |
||
|
Het blad wordt volledig vanaf de rand opgegeten of gemineerd of geskeletteerd. |
||
|
Het blad verkleurt bruin en valt voortijdig af. In de winter bemerk je rode eieren op het meerjarige hout. (Dit is weliswaar met het blote oog niet waarneembaar). Rode mijten zitten vooral aan de onderkant van het blad. Bij appel, peer en pruim maar ook bij kersen en bessen. |
||
|
Bij het uitlopen van de bladeren zie je roze bobbeltjes op het bladoppervlak. De bladeren raken misvormd. |
||
|
Kort na de vruchtzetting worden de peertjes aan de steelkant zwart en vallen af. Midden in de vruchten zit een bleekoranje made van ongeveer 3m lang |
Aangetaste vruchten opruimen. |
|
|
Geelgroene rupsen van ongeveer 25mm lang met lichte lijntjes over hun lichaam. Ze eten van de bladeren, bloemen en vruchtjes. Hierdoor ontstaan misvormingen bij de vruchten. |
||
|
Kleine witte rupsen met een bruine kop. Ze graven zich in, in de kern van de vruchten waardoor hij vroegtijdig gaat afvallen. |
||
|
Appeltjes vallen vroegtijdig uit de boom. In de vruchten zitten kleine witte maden van ongeveer 15mm. Op sommige vruchten ontstaat, tijdens de ontwikkeling een bruin, kurkachtig litteken om de schil. |
Aangetaste vruchten opruimen voor ze op de grond vallen. |
|
|
Pruimen worden vroegtijdig rijp en bevatten een kleine, rooswitte rups van ongeveer 12mm lang met een bruine kop. Het vruchtvlees rond de pit wordt weggevreten en de vruchten raken vaak misvormd. |
Moeilijk. Aangetaste vruchten opruimen voor ze op de grond vallen. |
|
|
De kersen worden malser en verkleuren bruin. |
Bij verkleuren van de kersen van groen naar geel spuiten: Product 1 Product 2 Product 3 |
Er zijn nog geen reacties.
Log in om een reactie te plaatsen