Azalea 'Thierry'
Algemene omschrijving
De Japanse azalea Rhododendron japonicum (Azalea japonica of Azalea mollis) zijn bladverliezende azalea’s, die vrijwel allemaal winterhard zijn in Nederland.
Zoals je wellicht weet, behoort Azalea al meer dan honderd jaar tot het geslacht Rhododendron. Het geslacht Azalea werd opgeheven in 1891, het eerste voorstel daartoe werd al in 1845 reeds gedaan. Niet alleen tijdens de bloei zorgt de Japanse azalea voor kleur in de tuin, ook in de herfst veranderen ze de tuin in een ware najaarssymphonie aan kleuren.
De rododendron dankt zijn naam aan Linnaeus, die de plant heeft vernoemd naar het Griekse woord rozenboom. Een bloeiende rododendron laat direct zien waarom. Rhododendron is een zeer groot plantengeslacht met 800 soorten en daarbinnen duizenden cultuurvariëteiten. Van laagblijvende dwergazalea’s tot enorme wintergroene struiken van wel tien meter hoog. Die zijn veel aangeplant op landgoederen en in een parken en hebben daardoor iets statigs. Vanwege deze grootte zijn ze vaak niet geschikt voor kleine tuinen. De rododendronsoorten zijn oorspronkelijk vaak bosplanten uit de gematigde streken en gebergten op het noordelijk halfrond.
Voor de meeste rododendrons moet de grond echt zuur zijn (pH-waarde 4,5 tot 5,8), anders krijgt u geen bloemen. Gelukkig kunnen bij het aanplanten voldoende voorzorgsmaatregelen genomen worden zodat de eerste twintig tot dertig jaar de plant er geen last van heeft. Tegenwoordig zijn ook rododendroncultivars onder de merknaam Inkarho® verkrijgbaar die wel wat kalk kunnen verdragen (pH-waarde tot 6,5). Wellicht zal de toepasbaarheid van deze mooie planten daarmee worden vergroot.
In het voorjaar bloeien ze zeer uitbundig met grote gekleurde bloemen, wat mooi contrasteert met het donkergroene blad. Als je tenminste nog blad ziet. Enig nadeel is dat soms de bloeitijd kort is, tot een paar weken.
De meeste rododendrons vragen zure en vochtige grond. Gelukkig groeien de wortels van de rododendrons niet hard. Het blijven compacte kluiten. Een plantgat van 1 meter bij 1 meter en 75 centimeter diep, gevuld met tuinturf, zorgt voor zure grond voor de eerste twintig tot dertig jaar. Daarna kunnen de wortels verder groeien en last krijgen van kalk in de bodem. Vanwege de gewenste zure bodem, is het belangrijk de rododendrons elk voorjaar te bemesten met speciale rododendronmest. Als bosplant houdt de rododendron van een vochtige bodem. Zorg er daarom voor dat de bodem niet uitdroogt. Een goede voorzorgsmaatregel is te mulchen in de herfst. Voor jonge planten een laag van vijf centimeter en volwassen exemplaren twintig centimeter.
Snoei bij rododendrons is onnodig en niet gewenst. Mocht u een te grote struik willen afzagen tot op het hout of hem modelleren, dan kan dit het best in juni. Bij jonge exemplaren kunt u de bloei verbeteren door uitgebloeide bloemen te verwijderen. Voorzichtig van de plant breken zonder de nieuwe bloem te beschadigen.