Bosrank (algemeen)

Algemene omschrijving

Bosrank, bladverliezend. Klimplant

Zon, halfschaduw.

Snoei in maart

Bloei mei tot september.

Clematissen snoeien

Jaarlijkse snoei

Om overmatige groei te beteugelen en de vertakking van bloemvorming te bevorderen worden vele clematissen elk jaar gesnoeid. Ze worden naar de bloeiwijze in 3 groepen ingedeeld, die op verschillende manieren gesnoeid moeten worden.

1.    Snoei van de voorjaarsbloeiers

Planten van deze groep bloeien van april tot in mei. Tot deze groep behoren o.a. Clematis alpina, C. macropetala, C. atragene en C. montana.

• Planten van deze groep hoeven niet teruggesnoeid te worden.
• Direct na de bloei alleen dode en zwakke scheuten verwijderen.
• Te groot geworden planten kunnen eveneens meteen na de bloei uitgedund worden. Ze vormen dan nieuwe scheuten die het jaar erna bloeien.

2.    Snoei van de vroege zomerbloeiers

Planten van deze groep bloeien van eind mei tot in juni aan scheuten van het vorige jaar. Ze stammen meestal af van C. Patens en bloeien onder gunstige omstandigheden in augustus en september na.

• Deze groep clematissen snoeit men in februari.
• Dode en zwakke scheuten verwijderen.
• De overige scheuten aan de top tot 20 cm tot de volgende bladokselknop terug snoeien. Uit deze knoppen groeien vanaf mei de nieuwe bloemen.

3.    Snoei van de zomerbloeiers

Planten van deze groep bloeien in juli en later aan de scheuten van het nieuwe jaar. Hiertoe behoren vooral de afstammelingen van de C. jackmanii, C. viticella en C. texensis-groep.

• Clematissen van deze groep worden laat in de herfst gesnoeid.
• Planten die tegen een roos, een muur, een hek of pergola groeien, kunnen tot ongeveer 20 cm boven de grond gesnoeid worden. Daarmee wordt bereikt dat de bloemen die in de zomer aan de nieuwe scheuten verschijnen, op ooghoogte bloeien.

4.    Snoei van winterbloeiers (Campanella groep)

• Deze planten bloeien in de maanden december, januari en februari. De bladverliezende soorten moeten sterk teruggesnoeid worden in februari tot 20 cm boven de grond. De bladhoudende planten alleen indien nodig en dan na de bloei.

De belangrijkste snoeiregels

1. Snoei op enkele millimeters boven een knoppenpaar, niet te laag.
2. De snoeivlakken moeten schuin zijn, anders blijft het regenwater erop liggen, wat infectiegevaar voor de plant vergroot.
3. Gebruik alleen scherp gereedschap, zodat de snede glad wordt.