Hinokicipres 'Nana Gracilis'

Algemene omschrijving

De Hinoki cipres Chamaecyparis obtusa ‘Nana Gracilis’ is een heel bescheiden conifeertje dat toch opvalt door zijn sierlijke vorm.  Vooral sierlijk is de schotelvorm van de twijguiteinden. Het loof van de Chamaecyparis obtusa ‘Nana Gracilis’ is fris- tot donkergroen. Als geheel maakt het boompje een vrij donkere, kegelvormige indruk. Wij zien hem vaak terug in rotstuinen, maar ook wel als bonsaiboompje. De Hinoki cipres wordt in het gebied van herkomst (Zuid-Japan, Taiwan) wel 40 meter hoog. Hier wordt het meestal niet meer dan een forse struik of kleine boom die ook vrijwel niet wordt geteeld. Wel zijn er de nodige kweekvormen die vaak worden geplant vanwege het mooie schubvormige loof. Bij de soort is dat blauw gerand.

De zeer populaire wintergroene dwergcipressen hebben als herkomstgebieden Noord-Amerika, China, Japan en Taiwan. De naam dwergcipres doet anders vermoeden, maar de oorspronkelijke soorten worden gewoonlijk nogal groot. Er zijn echter veel kweekvormen, waarvan sommige echte dwergen zijn, zelfs geschikt voor rots- en tegeltuinen. Behalve in hoogte en vorm zijn ook veel variaties in kleur beschikbaar. Het loof van de dwergcipres is alleen bij de jeugdvormen (die soms worden doorgekweekt) naaldvormig, bij volwassen vormen worden het schubben. De vrouwelijke bloemen vallen nauwelijks op. De rode of gele mannelijke bloeikegels met de grootte van een erwt zijn wel duidelijk zichtbaar in de bloeiperiode (maart-april).

De Chamaecyparis groeit in de natuur het best op goed waterhoudende envoedzame bodem, schrale grond mag hij minder. Aangezien hij ook van nature een boom is die langs de kusten groeit, houdt hij van een goede luchtvochtigheid. Deze soort dwergcipres verdraagt zowel zon als zelfs wat zwaardere schaduw. In het voorjaar opschonen en dan ook een lichte bemesting geven. Bij droogte extra water geven, maar de droogteresistentie is redelijk goed.

Cultivars

Soort:
obtusa, hinoki cipres