Appel 'Veurnse pareinen'
- Latijnse naam
- Malus domestica 'Reinette Grise de Furnes'
- Variëteit van
- Appel (algemeen) (Malus domestica)
- Hoogte
- 1 - 400 cm
- Kleur
- Winterhard
- Ja
- PH
- Kalkrijk
- Vochtigheid
- Normaal
- Licht
- Zon
- Planten tags
Algemene omschrijving
synoniemen
Reinette
Grise de Furnes was ook onder de benamingen Reinette Grise de Flandre, Peerinne of Pareining bekend
herkomst
Met zekerheid afkomstig van de streek van Veurne, ontstaansperiode is niet te achterhalen, maar alleszins voor 1878. De appel Krappe Koning (Krappe Kruin) of Pomme Durant, in 1771 door Herman Knoop beschreven, ver- toont overeenkomst met de Reinette Grise de Furnes (Peerine) en werd toen veel geteeld in de zone van Diksmuide tot Duinkerke. Bedreigd of verdwenen ras? Momenteel is ons geen standplaats meer bekend.
boom
Groeikrachtig, vormt stevig hout met bochtige twijgen, Opgerichte kruin zoals bij de Calville des Prairies.
ziektegevoeligheid
Kankergevoeligen, witziekte, overigens gezond ras.
vruchtbeschrijving
Vorm: klein tot middelmatig groot, bolvormig, soms een weinig conisch, erg zelden afgeplat. Schil: bruin-grijs, roestig, ruw, licht hobbe- lig. Bij volledige rijpheid met groengele door- schijn en op de meest heldere delen hier en daar enkele roestige spatten. Ook los aan de zonnekant.
Steel: grijsbruin, vrij dik, middelmatig lang, in smalle, middelmatig diepe steelholte. Vlees: fijn, een weinig vast, geelachtig, sappig zoet, aangenaam licht zuur en zeer aromatisch.
Kelk: veelal gesloten kelk met bruine, rechte kelkbladeren in een middelmatig diepe en middelmatig brede, komvormige kelkholte wat hobbelig aan de randen.
mei juni juli augustus
VEURNSE PAREINEN
De Reinette Grise de Furnes is een typische West-Vlaamse boomgaardvariëteit en dit zowel in het verleden als nu. Einde 19de eeuw was ze in de streek van Veurne Ambacht, (streek die zich uitstrekt tussen Diksmuide, Veurne en Duinkerke) overheersend in elke boomgaard aanwezig. Ze heeft een goede natuurlijke bewaring en was een van de beste export- en dessertvariëteiten. Eertijds werd ze in grote hoeveelheden naar Engeland geëxporteerd, verpakt in speciale tonnen en in de Gentse dokken op stoomboten geladen.