Ziektes & plagen
-
Bacterieverwelkingsziekte
Bij een zware aantasting van bacterieverwelkingsziekte is de groei van de planten opvallend geremd. De kleur van de bladeren van zieke planten is meestal donkerder dan normaal. -
Bewaarrot (hyacint)
Penicillium kan drie typen aantasting veroorzaken, die - afgezien van de veroorzaker - niets gemeen hebben. Of in alle gevallen sprake is van dezelfde Penicillium-soort of -soorten is niet bekend. -
Bollenmijt (hyacint)
Op bloembollen die door schimmels of aaltjes zijn aangetast, komen vrijwel altijd mijten voor. Zij voeden zich met de op de bol levende schimmels en vooral met door Fusarium aangetast weefsel, dat dan vervalt tot een korrelige massa. -
Bolrot (hyacint)
Bolrot ontstaat direct na het rooien wanneer de bollen niet snel genoeg worden gedroogd. De aantasting begint vaak in de bolbodem op een bepaalde plaats en breidt zich van daaruit snel uit in de aangrenzende delen van de bolrokken (foto). -
Geelziek
Het niet opkomen van planten (blinden) of het in groei achterblijven en plotseling verwelken (zakkers) zijn te velde de eerste symptomen van geelziek. -
Grijs, waaierbont (hyacintenmozaïekvirus)
Aanvankelijk tekenen zich op de bladeren donkergroene vlekken en strepen af tegen een lichter groene ondergrond, vooral bij de bladbasis (foto). Soms zijn lichtgroene kringen of vlekken zichtbaar, of een duidelijk streperig mozaïek. -
Kwadegrond
Zowel bij de broei als te velde komen de planten pleksgewijs niet of gehavend op. Rondom deze plekken zijn soms planten te vinden die in groei achterblijven en vroegtijdig afsterven. -
Pythium wortelrot (hyacint)
Eind april, en in ernstige gevallen al eerder, kan de groei van het gewas pleksgewijs enigszins achterblijven. Bij zonnig en droog weer kan het blad van planten op die plekken slap hangen (foto 1). -
Rhizoctonia-ziekte (hyacint)
Voornamelijk op het ondergrondse, witte gedeelte van de bladeren, de zogenaamde pijp, ontstaan een of meer lichtbruine, onregelmatige, onscherp begrensde vlekken. Op deze plaatsen verteert het bladweefsel snel (foto 1). -
Roetbollen
Vanuit beschadigde plekken wordt het bolweefsel zacht. Het zieke weefsel is bedekt met een roetzwart sporenpoeder van de schimmel. -
Stengelaaltje, ringziek (hyacint)
In het blad ontstaan geelwitte tot lichtgroene streepjes en vlekjes; het weefsel kan op die plaatsen enigszins gezwollen zijn (spikkels). Soms komen deze symptomen hoofdzakelijk aan één zijde van het blad voor, dat als gevolg daarvan kromgroeit (draaier). -
Tabaksratelvirus (bloembollen)
De symptomen bestaan uit lichtgroene tot grijze, ruitvormige tot streepvormige vlekken die zich vanuit de bladbasis over het gehele bladoppervlak kunnen ontwikkelen. -
Witsnot
Direct na het rooien worden de bollen vanuit de top nat en rot (foto 1). Het bolweefsel wordt glazig en krijgt een vuilwitte of geelachtige kleur. Bij een lichte aantasting kan de ziekte beperkt blijven tot een enkele bolrok. -
Wortellesieaaltje (lelie)
Te velde blijven planten achter in groei of ze sterven te vroeg af. De wortels van deze planten zijn rot en vertonen kleine, smalle, langwerpige donkere streepjes of ovale vlekjes op de nog vlezige wortel. -
Wortellesieaaltje (tulp)
Op de wortels van aangetaste planten komen kleine, smalle, langwerpige, gelige tot lichtbruine vlekjes voor (foto). In een later stadium van de ziekte worden de wortels bruin en sterven ze af. -
Zwartsnot
Enige tijd na de bloei worden de bladtoppen slap en ze vergelen; spoedig daarna verwelkt de hele plant. De aantasting treedt vaak pleksgewijs op. Het ondergrondse deel van de loofbladeren is zacht, slijmerig en grijszwart.
In samenwerking met groenkennisnet.nl