MijnTuin.org
Wil je gepersonaliseerde informatie ontvangen over jouw tuin?
Heb je reeds een MijnTuin.org account? Aanmelden
Registreer je nu gratis!
Foto: Zijdeplantgentiaan

Groeit in 18 tuinen

Latijnse naam
Gentiana asclepiadea
Andere benamingen
Willow Gentian, Wilgenbladgentiaan
Kleur
Winterhard
Ja
PH
Kalkrijk
Vochtigheid
Vochtig
Licht
Zon, halfschaduw
Evergreen
Bladverliezend

Algemene omschrijving

De Zijdeplantgentiaan is één van de mooiste planten uit de Midden-Europese gebergten. Ze groeien daar met hun sierlijke overhangende stengels op half-beschaduwde plaatsen waar uit elke bladoksel twee bloemen je aankijken in het zuiverste blauw. Licht overhangende stengels met wilgachtig blad dragen over bijna de gehele lengte vele, gentiaanblauwe bloemen.
Dit is de originele wilde soort, die op een humeuze, halfbeschaduwde, niet te droge plek probleemloos zal bloeien.

  • Standplaats:   halfschaduw
  • Kleur:   blauw
  • Bloeitijd:   juli - sept.
  • Hoogte:   60 cm

Wikipedia beschrijving: De Zijdeplantgentiaan is een overblijvende, kruidachtige plant, 30 tot 100 cm hoog, met meerdere rechtopstaande of overhangende, ongedeelde, dicht bebladerde bloemstengels. De 4 tot 8 cm lange, tweerijig of soms kruisgewijs tegenoverstaande bladeren zijn lancetvormig, gaafrandig, met 3 tot 5 parallel lopende bladnerven en daartussen netvormige kleinere nerven.

De bloemen zijn okselstandig in de bovenste bladoksels van de stengel, soms met enkele bij elkaar. De kelk is veel korter dan de kroon, met vijf vliezige kelkbladen die samengesmolten zijn tot een kelkbuis uitlopend in vijf zeer korte en smalle kelkblaadjes. De felblauwe kroon is trompetvormig met vijf ingesneden, puntig driehoekige slippen, 35 tot 50 mm lang, aan de buitenzijde donkerblauw, binnenin violet gestippeld met lichtblauwe verticale strepen. De bloem bevat nectar en wordt voornamelijk bestoven door bijen en hommels, maar er gebeurt ook zelfbestuiving.

De plant bloeit van augustus tot oktober.

De zijdeplantgentiaan is vooral te vinden in vochtige graslanden, langs moerassen, bosranden en in struwelen op kalksteen, tot op een hoogte van 2200 m. Ze komt voor in de bergen van Midden- en Zuid-Europa, voornamelijk in de Voor-Alpen, het Tatra-gebergte en het Balkangebergte.

Berichten over deze plant