Abrikoos 'Albena'

Algemene omschrijving

De variëteit Albena werd verkregen door Silistra abrikoos x Krasnocheki te kruisen in het Apricot Experiment Station - Silistra. Het werd goedgekeurd in 1973.
Belangrijkste standaardvariëteit.
Agrobiologische kenmerken:

• De boom groeit matig, met een ingetrokken, omgekeerd piramidevormige kroon.
• Bloei is medium laat. Vruchten overvloedig.
• Het ras is matig vatbaar voor vroege bruinrot en bacteriële echte meeldauw.
• De koudebestendigheid is bovengemiddeld.
• De vruchten rijpen in de tweede tien dagen van juli, ongeveer 5 dagen na de Hongaarse abrikoos. Bij het rijpen druipen ze niet.
• Ze zijn geschikt voor machinaal oogsten.
• Ze zijn erg groot, met een gemiddeld gewicht van 55 g., bolvormig. enigszins afgeplat aan de zijkanten en iets naar de punt toe getrokken.

De buiknaad op deze abrikoos heeft Albena de vorm van een groef, die aan de basis dieper is.
De vruchttop is zwak langwerpig en verschoven naar de dorsale zijde, gelegen in een ondiepe put. De huid is oranjegeel, met een blos aan de blootgestelde zijde, bedekt met fijn mos.
Het vlees is oranjegeel, dicht, krokant, mals, sappig, zoetzuur, aromatisch, van uitstekende kwaliteit.
De steen is groot, met een gemiddeld gewicht van 3,11 g, 4,46% van het gewicht van de vrucht, donkerbruin, ovaal, met een scherpe rand en een karakteristiek ruw oppervlak, gescheiden van het vruchtvlees.
De noot is zoet, met een gemiddeld gewicht van 1,2 g.
Technologische eigenschap: De vruchten zijn zeer goed bestand tegen transport en handling. Ze zijn 6-7 dagen houdbaar. Ze zijn geschikt voor verse consumptie en verwerking tot compôte, nectar en jam.
Fruitbomen van dit ras zijn traditioneel voor de kwekerij.