Zomerlinde
- Latijnse naam
- Tilia platyphyllos
- Andere benamingen
- Tilia europaea , Tilia grandifolia Ehrh., Tilia officinarum Crantz p.p., Tilia platyphylla, Grootbladige linde
- Variëteit van
- Linde (algemeen) (Tilia (algemeen))
- Hoogte
- 160 - 1000 cm
Algemene omschrijving
De zomerlinde heeft een breed eironde tot ronde kroon en een afgeronde top. De stam is zwaar en onregelmatig, lichtgrijs en later gegroefd. Meestal bevinden de zware zijtakken zich laag aan de stam. Onder aan de stam groeit gewoonlijk veel wortelopslag. Eénjarige twijgen zijn behaard en roodbruin, in de winter worden deze kaal. Het blad van T. platyphyllos loopt 14 dagen eerder uit dan T. cordata en het is ook groter. De bladvorm is hartvormig met een toegespitste top en een scheve hartvormige voet, de bladrand is scherp gezaagd. Aan de bovenzijde is het blad donkergroen, aan de onderzijde lichtergroen en zacht behaard. In hangende tuilen staan de geurende bloemen met 3 tot 5 bijeen, het schutblad is duidelijk gesteeld en circa 5 cm lang. T. platyphyllos is weinig gevoelig voor luis. Zeer sterke boom.
- Hoogte: 30 - 35 (40) m, snelgroeiend
- Kroon: breed eirond tot rond, halfopen kroon
- Schors en takken: lichtgrijs en gegroefd, twijgen kaal en bruinrood
- Blad: scheef hartvormig, kort toegespitst, dofgroen, 6 - 12 cm
- Bloemen: in hangende tuilen, 3 - 5 bloemen bijeen, geel, juni/juli , geurende bloemen
- Vruchten: omgekeerd eivormig, grijs, Ø 0,8 - 1,2 cm, grijsviltig behaard
- Stekels/doorns: geen
- Giftigheid: niet giftig (gewoonlijk)
- Grondsoort: alle
- Verharding: verdraagt geen verharding
- Winterhardheid: 4 (-34,4 tot -28,9 °C)
- Windbestendigheid: goed, gevoelig voor zeewind
- Overige bestendigheden: bestand tegen vorst (WH 1 t/m 6)
- Lichtbehoefte: schaduwverdragend
- Faunaboom: drachtboom voor bijen, waardboom voor vlinders
- Speelboom: ja
- Toepassing: parken, pleinen, attractieparken, begraafplaatsen, grote tuinen, boomsingel
- Type/vorm: hoogstam boom, beveerde boom, meerstammige boom, solitaire boom, blok op stam, leivorm op stam, knotvorm, etagelinde
- Oorsprong: West-, Midden- en Zuid-Europa