Mispel
Algemene omschrijving
De mispel (Mespilus germanica) is een plant uit de rozenfamilie (Rosaceae). De vrucht is veel minder algemeen dan vroeger, maar wint momenteel weer iets aan populariteit. De mispel zit vol vitamine C, is familie van de appel en peer en was een zeer belangrijke vrucht tijdens het Romeinse Keizerrijk en Middeleeuwen nog voor de introductie van andere fruitsoorten in West-Europa. De mispel is goed voor de maag en de spijsvertering.
Drieduizend jaar geleden werd de mispel al in de omgeving van de Kaspische Zee (Noord-Iran) aangeplant en kwam 700 v.Chr. naar Griekenland en 200 v.Chr. naar Rome. De mispel is door de Romeinen verder verspreid. De mispel werd in de Middeleeuwen vooral in Frankrijk en Duitsland aangeplant en in Nederland in kloostertuinen. De Mispel kwam in Duitsland verwilderd veel voor in de bossen, waardoor men dacht dat de boom daar autochtoon was, hetgeen in de naam germanica nu nog tot uitdrukking komt.
De mispel vormt een kleine boom die ongeveer 4,5 m hoog kan worden. De mispel bloeit in West-Europa in mei en juni met circa 4 cm grote, crèmewitte bloemen. De mispel wordt vaak geënt op meidoorn als onderstam. In Nederland voorkomende rassen zijn Bredase Reus, Westerveld en Nottingham.
De mispel (Mespilus germanica) is net als de kwee (Cydonia oblonga) meestal niet erg onderhevig aan bepaalde schimmelziekten. Een geringe aantasting is soms mogelijk van rupsen, moniliaziekten, meeldauw, bladvalziekte en bacterievuur.
De mispelaar is soms gevoelig voor chlorose tegenover kaligebrek, de zgn. randjesziekte. Vooral op lichte gronden zal men tijdig bijmesten met kaliummeststoffen (potasmeststoffen).
De meidoorn-onderstam (Crataegus monogyna) kan aangetast worden door bacterievuur (perenvuur). Ondermeer daarom is deze onderstam meestal af te raden.
Er worden droge kleine harde goudbruine vruchten gevormd, die in oktober rijp, maar dan nog ongenietbaar, melig en wrang, zijn. Na de eerste nachtvorsten worden ze zacht en bruin, en dan kunnen ze na een poosje wel gegeten worden. Aanbevolen wordt ze in oktober of november na een nachtvorst te plukken en ze met de bovenkant naar onderen twee tot drie weken te bewaren op een koele plaats. De vrucht wordt 'beurs' waarbij de kleur via een fermentatieproces, het bletten, verandert van groen/wit naar donker bruin en de smaak zoet weeïg proeft. Ook is het mogelijk de vruchten enkele dagen in de diepvriezer te leggen, waarna ze gegeten kunnen worden. Voor sommigen is de mispel een lekkernij. Het gezegde: "Zo rot als een mispel" slaat dus in feite op een lekkernij. Als de mispel zacht is, is hij maar een paar dagen te bewaren; hij kan dan gemakkelijk gaan schimmelen en echt gaan rotten.
Berichten over deze plant
Ludo A. voegde een foto toe aan Mispel (Mespilus germanica) Dinsdag 29 November 2016 om 20:59
Tineke V. voegde een foto toe aan Mispel (Mespilus germanica). Zondag 1 Juli 2012 om 22:01
Andy D. voegde een foto toe aan Mispel (Mespilus germanica) Donderdag 16 September 2010 om 21:48