Ierse heide

Algemene omschrijving

Algemene omschrijving

Een dwergstruik uit de heifamilie (Ericaceae), die te vinden is in de gebergtes langs de Europese Atlantische kusten.

De plant is nauw verwant aan en lijkt veel op de meer bekende gewone dophei (Erica tetralix).

De botanische naam Daboecia is afgeleid van de Ierse heilige St. Dabeoc. De soortaanduiding cantabrica is afgeleid van het Cantrabisch gebergte.

D. cantabrica is een tot 50 cm hoge, groenblijvende dwergstruik. De liggende of halfopgerichte bloemstengels zijn aanvankelijk groen en behaard, later verhouten ze. De blaadjes zijn tegenoverstaand, tot 1 cm lang, ovaal tot lancetvormig van vorm, gaafrandig, leerachtig, donkergroen aan de bovenzijde en viltig wit behaard aan de onderzijde.

De bloemen hangen met een tiental bij elkaar in een lange, eindstandige bloemtros. De kelk is diep ingesneden, bezet met klierharen, met vier driehoekige tot lancetvormig tanden. De kroon is violet, zelden wit, viertallig, tot 15 mm lang, met vier breed ovale kroonbladen, spaarzaam voorzien van klierharen en uitlopend in korte, teruggeslagen lobjes. De bloem draagt acht lange, donker paarse meeldraden en een draadvormige stamper. De vruchten zijn eivormige, behaarde rechtopstaande capsules die langs de naden openbarsten en ontelbaar kleine zaden bevatten.

De bloemkleur is rood en de bloeitijd is van ca. juli tot en met oktober. De bladeren zijn groen en ongeveer 15 cm. hoog. De volwassen hoogte van deze vaste plant is ca. 35 cm. Is slecht verkrijgbaar.

De plant is wijd verspreiding over de Europese Atlantische kusten, zoals in de bergen in het westen van Ierland (County Galway), de westelijke Pyreneeën in Frankrijk, het Cantabrisch gebergte in het noorden van Spanje en in Portugal. Plaatselijk kan hij heel abundant zijn.

D. cantabrica kan verward worden met verschillende dophei-soorten, maar kan daarvan onderscheiden worden door de bladeren, die niet in kransen maar per twee staan.

Vereisten

D. cantabrica komt vooral voor op droge tot vochtige, zure, zandige bodems, zoals droge of natte heide en veenmoerassen, voornamelijk in laag- en middengebergtes.

Verdraagt een temperatuur tot -10 gr. C. en blijft de gehele winter groen. De geadviseerde plantafstand is 30 cm. (8-11 st. per m2.)

Verlangt een matig voedselrijke bodem en een licht beschaduwde standplaats. Bijvoorbeeld in de schaduw van grote keien. Deze plant staat het liefst op een licht vochtige plek. U kunt haar het best uitplanten in grotere groepen.

Houdt van wat beschutting.

Type: Vaste plant
Soort: Rotstuinplant
Standplaats: Licht schaduw
Vocht: Vochthoudend-vochtig
Grond: Matig voedselrijk
Wintergroen: Ja

Onderhoud

Afdekken in de winter.

Gebruik

Deze plant komt van oorsprong uit de bergen en is dan ook zeer geschikt voor de rotstuin als 'voegenvuller' in de stapelmuur of tussen stenen (ook bestrating). Groeit bodembedekkend en laat zich goed combineren met andere planten.