Bellenplant 'Mrs. Popple' (hardy)

Algemene omschrijving

Vaste plant

De bloemkleur is rood + paars.

De bloeitijd is van ca. juni tot en met oktober. De bladeren zijn groen en ongeveer 30 cm. hoog.

De volwassen hoogte van deze vaste plant is ca. 60 cm.

Verdraagt een temperatuur tot -15 gr. C.

De geadviseerde plantafstand is 45 cm. (3-5 st. per m2.)

In het voorjaar worden vanuit de grond nieuwe scheuten gevormd.

Dek de plant in de winter met blad af (kunt u gemakkelijk tussen de takken steken).

Kan ook als haagje gebruikt worden.

In het voorjaar de struik tot de grond afknippen.

De plant kan gescheurd worden.

Stamt uit het jaar 1899.

Groei en verzorging
Fuchsia’s horen thuis in warmere klimaatgebieden dan
West-Europa, maar een aantal komt in Midden en Zuid-
Amerika van nature voor in bergachtige streken en is
daardoor aangepast aan lagere temperaturen. Soorten
zoals
Fuchsia magellanica, F. regia
en cultivars die uit zulke
soorten zijn ontstaan, zijn voorbeelden. Als vorst wordt
voorspeld is een bedekking met blad en/of sparrengroen
aan te raden, maar bij vorstvrij weer kan een winterdek broei
veroorzaken. De belangrijkste voorwaarde voor succes met
Winterharde Fuchsia’s is doorlatende, humusrijke grond.
Lage temperaturen in combinatie met langdurige nattigheid
wordt minder goed verdragen. Dat Fuchsia’s ’s winters hun
blad verliezen en bovengronds afsterven is geen probleem.
Het enige nadeel daarvan is dat de grond in het voorjaar
eerst voldoende moet opwarmen om het wortelgestel aan
te zetten tot het vormen van nieuwe scheuten. Daardoor
komen de vroegst bloeiende pas vanaf juli in knop, maar
de meeste pas in augustus. Dit heeft ook een voordeel, want
daardoor zijn de planten op hun mooist vanaf het moment
dat kleur in de tuin afneemt. De bloei kan lang aanhouden,
vaak tot zich de eerste (nacht)vorst aandient.
“Het beste resultaat geven overjarige, goed ontwikkelde
planten. Die zijn op onze kwekerij te koop, maar zelf
opkweken uit geworteld stek kan natuurlijk ook.” Op
droogtegevoelige grond kunnen planten in een kuiltje
worden gepoot, zodat de oppervlakte van de grond circa 10
cm hoger ligt. Het kuiltje dient in de zomer om water te geven
en wordt in de herfst met grond aangevuld. Als de groei goed
doorzet, kan worden getopt voor een betere vertakking. In
de zomer mogen Fuchsia’s geen gebrek aan water hebben,
wat vooral bij jongere planten aandacht vraagt. Zodra de
eerste vorst wordt aangekondigd is een bedekking met 10
cm blad of stro, gefixeerd met grond of (kerst)takken, aan te
raden. Knip de Fuchsia’s niet terug, het voorjaar is daarvoor
de beste tijd. Vorstbescherming wordt dan verwijderd, zodat
vanaf half april de grond kan opwarmen. Spoedig zullen
de eerste grondscheuten zichtbaar worden. Na een jaar
of twee kunnen dat er tientallen zijn! Afhankelijk van de
voedingstoestand van de grond kan dan ook extra voeding
worden gegeven, bijvoorbeeld in de vorm van compost en/
of organische mest. Dat heeft een langdurige werkin