MijnTuin.org
Wil je gepersonaliseerde informatie ontvangen over jouw tuin?
Heb je reeds een MijnTuin.org account? Aanmelden
Registreer je nu gratis!
Foto: Platte Peterselie Platte Peterselie Platte Peterselie +

Groeit in 11481 tuinen

Latijnse naam
Petroselinum crispum var. neapolitanum
Andere benamingen
Bladpeterselie, Peterselie, platte, Petroselinum crispum 'Italian' , 'Italian Giant', 'Plain Leaved', Petroselinum hortense
Hoogte
0 - 20 cm
Kleur
Winterhard
Matig
PH
Neutraal
Vochtigheid
Nat, Vochtig
Licht
halfschaduw
Evergreen
Bladverliezend

Algemene omschrijving

Peterselie is een groente die afkomstig is uit het Middellandse-Zeegebied. Ze wordt gekweekt voor het donkergroene blad dat een pittige smaak heeft. In Nederland wordt het bij de kruiden gerekend. In Vlaanderen is het onmiskenbaar een groente, ook al wordt ze nooit apart gegeten. Zelf altijd over verse peterselie uit de tuin kunnen beschikken, is voor iedere groenteliefhebber een waar plezier. Peterselie wordt vooral rauw gegeten en als je het aan warme bereidingen toevoegt, doe je dat het best juist voor het opdienen, dan blijft het aroma het best bewaard. Het blad kan ook uitstekend dienen om schotels te versieren.

1. Teeltwijzen
Peterselie zaai je meestal ter plaatse in maart of april. Je kan ook later zaaien, tot in augustus zelfs. Van een zaaibeurt in maart oogst je doorlopend vanaf juni tot de vorst invalt. Het gewas groeit voortdurend aan. Je hoeft dus niet op regelmatige tijdstippen opnieuw te zaaien zoals bij bv. kervel, want één enkele zaaibeurt levert peterselie tot het winter wordt. Indien de planten in de winter tegen vorst worden beschermd, kan er ook na de winter nog wat van geoogst worden vóór het gewas doorschiet. Om nog vroeger dan juni te oogsten, kan je ook vóór maart al onder warm glas in potten zaaien en later uitplanten. Om peterselie ook in de winter te kunnen oogsten, zaaien sommige amateurs nog eens in augustus, onder koud glas. Op die manier oogsten ze, als het weer enigszins meevalt, gedurende de winter en vroege lente.

2. Rassen
Er zijn twee types peterselie. Er is vooreerst de gladbladige met als belangrijkste ras Gewone Snij. De gladbladige peterselie is weliswaar aromatischer, soms gewoon te sterk van smaak, maar heeft niet dat aantrekkelijk uitzicht van de gekrulde peterselie en is daarom bij ons niet populair.
In onze contreien wordt bijna uitsluitend de gekrulde peterselie gekweekt. Veel voorkomende rassen zijn Gekrulde of Dubbele, Donkergroene Gekrulde en Moskrul. Enkele selecties van deze rassen zijn Bravour, Frison en Thuja.

3. Standplaats
Peterselie groeit op alle gronden. Wel moeten ze voldoende vochthoudend zijn. Peterselie schuwt –zoals trouwens al haar familieleden – verse mest of onvoldoende verteerde compost. Enkel rijpe compost komt in aanmerking. Peterselie is overigens niet zo veeleisend; wel kan je tussen de ¬oogsten door wat bijmesten met goedverteerde compost om een snelle hergroei te krijgen.
Peterselie kan in de zomer last hebben van felle zon. Daarom is een halfbeschaduwde standplaats heel geschikt.
Peterselie is een hoofdteelt die op het perceel van de bladgewassen komt. Vermijd wortel, selder, kervel of knolvenkel als voor- of nateelt.

4. Zaaien
Peterselie zaai je zowel op rijen als breedwerpig. Rijen komen op een onderlinge afstand van 20 tot 25 cm. Je gebruikt ongeveer 1 g per m2. Dit betekent dat er elke cm ongeveer 1 zaadje terecht komt. Bij breedwerpig zaaien ligt het zaad zeer oppervlakkig en er moet dan ook op gelet worden dat het zaaibed vochtig blijft. Peterseliezaad kiemt zeer traag. Het kiemproces kan gemakkelijk 3 tot 4 weken duren. Daarom wordt algemeen aangeraden om peterseliezaad voor te kiemen in vochtig zand.

5. Teeltzorgen
Om de plantjes beter te laten uitgroeien, dunnen sommige tuiniers uit tot op 10 cm in de rij maar noodzakelijk is het niet. Vaak wordt het uitdunnen pas uitgevoerd na de eerste oogst omdat een dichte stand pas stoort als de planten al een stuk groter zijn. Peterselie groeit traag en moet dus heel zorgvuldig gewied worden, zeker als de plantjes nog jong zijn.

6. Oogst en bewaring
Meestal pluk je de peterseliestengels één voor één tot je een bosje bijeen hebt. Snijden gaat natuurlijk ook, maar dan riskeer je wel dat je een deel van de jonge hartblaadjes mee snijdt waardoor de hergroei trager verloopt. Peterselie groeit na het oogsten telkens terug. Je kan er van blijven oogsten tot de groei in de herfst stilvalt.
Peterselie kan niet bewaard worden. Het blad is nogal gevoelig voor vorst. Wel kan je het gewas beschermen door er bij vorstweer plastic en stro of afgevallen bladeren op te leggen. Als je in de winter nog peterselie wil oogsten, raden wij de augustuszaai onder koud glas aan. Ook kan je in september enkele planten uitsteken, het loof iets boven de wortel afsnijden en in een stevige bloempot planten. Die bloempotten zet je binnen in een onverwarmde kamer.

7. Zaadteelt
Planten die voor de zaadteelt dienen, beschut je in de winter om kapotvriezen te vermijden. Ze worden uitgedund tot op 20 x 20 cm. In het voorjaar gaan ze bloeien en leveren rijp zaad in augustus.

Uit: Handboek Ecologisch Tuinieren, Velt

Berichten over deze plant