Deze overblijvende plant groeit in loofbossen, op plaatsen waar bossen geweest zijn en onder heggen.
Hij groeit eigenlijk alleen op niet erg arme grond en vormt vaak grote kolonies. De snelle verspreiding van deze soort is te danken aan de dunne ondergrondse wortels waaruit in de lente wit-roze of roodachtige bloemen op lange stelen groeien. Onder de bloem groeien drie samengestelde bladen, die op lange stelen staan en drie diep getande lobben hebben. De bloem heeft zes kelkbladen, geen kroonbladen. De vrucht is eenzadig. Deze plant kan 10 tot 25 cm hoog worden en bloeit van maart tot en met mei.
De bosanemoon mag dan een inheemse wilde plant zijn, dat betekent niet zonder meer dat ze het in een tuin ook goed doet.
Als je weet dat de aanwezigheid van grote populaties bosanemonen in een bos, beschouwd wordt als een indicator van een heel oud bosbestand, is dat misschien al duidelijker...
Inderdaad is het een plantje dat niet tevreden is met elke willekeurige tuingrond: het heeft behoefte aan een flinke laag goed verteerde bladaarde.
- Planttype: Vaste plant, Wortelstok
- Inheems/uitheems: Inheems in Nederland
- Licht: halfschaduw
- Vocht: vochtig
- Grondvoorkeur: Lichte grond, Algemene gemiddelde grond, Zware grond, Kalkrijke grond
- Grondsoort: zand, klei, veen, zandig veen, zandige klei, leemhoudend zand, kalkhoudende grond
- Voedselrijkheid: niet te arme grond
- Natuurlijke groeiplaatsen: Bos, Bosrand
- Bloemkleur: Wit