Gaultheria procumbens is een van de vele leden uit de grote familie van de Ericaceae. De familie van de heidekruidachtigen. Een familie met veel bekende wintergroene plantengeslachten zoals struikheide (Calluna), winter- en dopheide (Erica), Rhododendron, Kalmia en Pieris. Planten met een fijn wortelgestel en een sterke voorkeur voor zure, niet te droge grond.
Gaultheria procumbens is een volkomen winterharde bodembedekker. Uit het stevige blad van deze ‘bergthee’ wordt de zogenaamde ‘wintergroenolie’ gewonnen. Gebruikt in de geneeskunde tegen reumatische pijnen maar ook als smaakmaker veel gebruikt voor snoep en medicijnen. In zijn oorspronkelijke groeigebieden van Azië en Noord Amerika wordt van het kleine blad ook vaak thee getrokken. De vruchten zijn eetbaar. In strenge, noordelijke winters zijn ze voor veel dieren een welkome afwisseling op hun schrale wintermenu.
Naast de Gaultheria procumbens is ook de Gaultheria shallon een bekende. Appeltjesblad is de Nederlandse naam. Het bijna ronde, leerachtige blad zit aan stevige, verhoute stengels die veel in de bloemsierkunst worden gebruikt.
Eigenschappen
- Hoogte
- 0 - 10 cm
- Winterhard
- Ja
- Vochtigheid
- Normaal
- Licht
- Zon, halfschaduw
- Evergreen
- Bladhoudend