MijnTuin.org
Wil je gepersonaliseerde informatie ontvangen over jouw tuin?
Heb je reeds een MijnTuin.org account? Aanmelden
Registreer je nu gratis!

Koolrupsen

Pieris brassicae, Pieris rapae, Mamestra brassicae, Plutella xylostella

Gewas:
Kool
Familie:
Insecten

Herkenning

Het groot koolwitje verschijnt in mei. Het wijfje legt de gele, ovale eieren meestal aan de onderzijde van het blad en altijd in groepen (eipakjes). Na 8-15 dagen komen de rupsen uit de eieren.

Deze rupsen zijn gelig met zwarte punten, die later zwarte vlekken worden. De grote aantallen rupsen blijven bij elkaar zitten en vreten het bladmoes op, waarbij alleen de nerven overblijven. De schade lijkt ernstig, maar doordat de rupsen bij elkaar blijven blijft de schade beperkt.

Klein koolwitje (Pieris rapae)

Het klein koolwitje verschijnt in mei. Het wijfje legt slechts één ei per plant. De kleur en de vorm van de eitjes zijn gelijk aan die van het grote koolwitje. De rupsen zijn gelig van kleur, later worden ze groen en in het volwassen stadium zijn ze fluwelig groen met drie smalle gele rugstrepen. De rupsen migreren (verplaatsen) van de buitenste bladeren naar het hart van de plant waar de schade wordt veroorzaakt. In rusttoestand zitten ze vaak naast een nerf van een blad en vallen dan nauwelijks op. De schade die door het klein koolwitje wordt veroorzaakt is niet spectaculair, maar veel groter dan die welke wordt aangericht door het grote koolwitje. Dit wordt veroorzaakt doordat de vlinder van het klein koolwitje slechts één ei op een blad legt.

Kooluil (Mamestra brassicae)

De kooluil verschijnt vanaf half mei uit de poppen in de grond, waar ze overwinterd hebben. De vlinder vliegt alleen gedurende de ochtend- en avonduren en zet dan zijn eitjes in pakjes af. Na 12-18 dagen komen uit de bijna zwarte eieren de rupsen. Deze jonge rupsen zijn geel met een zwart kopkapsel. Na enkele vervellingen zijn de rupsen meestal groen met een donkere streep op de rug en lichtere strepen op de flanken. Na de vijfde vervelling worden de rupsen lichtbruin tot zwart. De rupsen vreten vrij onregelmatige gaten tussen de nerven. De volgroeide rupsen kruipen in de grond om te verpoppen. De tweede generatie verschijnt in augustus en de rupsen daarvan kan men tot laat in de herfst vinden. Deze rupsen boren later in de diverse koolgewassen en veroorzaken daarmee rotting. Ze vreten vooral in de kop van de plant of in de gesloten kool, waar ze met uitwerpselen de kool bevuilen. In sluitkool, bloemkool en broccoli wordt de meeste schade veroorzaakt door de uitwerpselen van deze rupsen die zeker in oogstbare gewassen veel overlast veroorzaakt.

Koolmot (Plutella xylostella)

De koolmot verschijnt in mei/juni. De gele eieren worden aan de onderzijde van de bladeren in groepjes gelegd en afgedekt met een gelatineus (gelatine achtig) laagje. De uit deze eieren komende jonge kleine rupsen zijn eerst geel en later heldergroen met een gelig kopkapsel. Beweeglijke rupsjes vreten venstertjes - dat zijn plekjes waar de opperhuid is weggevreten - in de hartbladeren en later ook in de overige bladeren en spruitjes. Bij aanraking kronkelt de rups zich om de aanvaller af te schrikken of laat zich aan een gesponnen draad op de grond vallen. Afhankelijk van het jaar kan deze rups vooral aan de spruitjes veel schade veroorzaken.

 

Levenswijze

Groot koolwitje (Pieris brassicae)

Er zijn twee generaties, waarbij de rupsen van de tweede generatie in september/oktober een geschikte plaats zoeken om te verpoppen in verband met overwinteren.

Klein koolwitje (Pieris rapae)

Er zijn geen duidelijke vluchten te onderscheiden. Men ziet de hele zomer de vlinders fladderen.

Kooluil (Mamestra brassicae)

Er zijn twee generaties. De volgroeide rupsen kruipen in de grond om te verpoppen. De tweede generatie verschijnt in augustus en de rupsen daarvan kan men tot laat in de herfst vinden. Deze rupsen vreten zich later dieper in de kool waarna op deze plekken secundair rot kan ontstaan.

Koolmot (Plutella xylostella)

De eerste generatie verschijnt in mei/juni. De tweede generatie verschijnt in augustus en is talrijker dan de eerste. De rupsen kunnen erg goed lage temperaturen verdragen, zodat men in november in spruitkool nog vretende rupsen kan vinden.

Maatregelen

Koolrupsen kunnen bestreden worden met biologische bestrijdingsmiddelen, zoals bacteriepreparaten. Deze preparaten bestaan uit sporen en toxinen van de bacterie Bacillus thuringiënsis. In het veld wordt de rups daardoor aangetast en sterft. De bacteriepreparaten zijn niet schadelijk voor andere dieren en hebben een veiligheidstermijn van één week.


De rupsen kunnen het best bestreden worden als ze nog jong zijn. Sommige soorten kunnen al vroeg na het uitplanten op het gewas voorkomen, zodat de bestrijding in dat geval ook vroeg moet beginnen. Voor een aantal koolrupsen zijn feromoonvallen beschikbaar die gebruikt kunnen worden voor vroege signalering. Gangbare gewasbeschermingsmiddelen zijn te vinden in de Gewasbeschermingsgids.

Meer informatie:

Aanvullende informatie

Foto's

 

Ook vatbaar

In samenwerking met groenkennisnet.nl