MijnTuin.org
Wil je gepersonaliseerde informatie ontvangen over jouw tuin?
Heb je reeds een MijnTuin.org account? Aanmelden
Registreer je nu gratis!

Tabakswittevlieg

Bemisia tabaci

Gewas:
Sierteelt, tomaat
Familie:
Insecten

Herkenning

Wittevliegen of motluizen behoren niet tot de vliegen, maar zijn verwant aan de bladluizen. Tabakswittevlieg is moeilijk te onderscheiden van de meer voorkomende kaswittevlieg.

De stand van de vleugels is meer parallel aan het lichaam. Dit verschil is moeilijk waar te nemen. Ander verschillen zijn de kleur van de eieren en de bouw van de poppen (zie tekening). De eieren van B. tabaci zijn lichtbruin. De eieren van Kaswittevlieg zijn donkerbruin tot paars/zwart.

Het zijn snavelinsecten, die met hun snuit voedsel aan de floëemvaten onttrekken. Evenals blad-, dop- en schildluizen scheiden ze honingdauw uit, die weer als voedingsbron dient voor roetdauwschimmels. Hierdoor vervuilen de bladeren en bloemen. Bij een hoge plaagdichtheid vallen bladeren af.

De laatste jaren komt Tabakswittevlieg in toenemende mate voor in de glastuinbouw o.a. poinsettia, bouvardia, hibiscus, lisianthus en gerbera zijn goede waardplanten. Maar Tabakswittevlieg komt ook veel voor in de vruchtgroenten.

Bij gerbera komt geelverkleuring van de bloemstelen voor en bij ondermeer bouvardia ontstaat nerfvergeling van de jongere bladeren. Bij oudere bladeren verdwijnt dit symptoom grotendeels.

De Tabakswittevlieg is een vector voor gevreesde plantenvirussen o.a. tomatengeelkrulbladvirus (Tomato Yellow Leaf Curl Virus = TYLCV). De virussen komen nog niet in Nederland voor, maar zijn berucht in subtropische gebieden.

Levenswijze

De ontwikkelingssnelheid wordt voornamelijk bepaald door de temperatuur. Het aantal eieren dat gelegd wordt hangt vooral af van de waardplant. In poinsettia legt een wijfje bij 22°C circa 90 eieren.

In tomaat (bij 25°C) ongeveer 170 eieren, in aubergine ligt dit aantal boven de 200 (bij 25°C).

Alvorens volwassen te worden doorloopt de Tabakswittevlieg een eistadium en vier larvenstadia. Tijdens het 4de larvenstadium stopt de larve met eten en verandert van uiterlijk. Dit wordt ook wel het popstadium genoemd. De omtrek van de pop is onregelmatig en ingedeukt. De pophuid is transparant, waardoor de wittevlieg erin te zien is. De pophuid van de Kaswittevlieg is ondoorzichtig.

Twee tot zeven dagen na het uitkomen van de volwassen vrouwtjes begint de eileg. Doordat de Tabakswittevlieg haar eieren verspreid over de plant afzet komen er verschillende larvenstadia voor op één blad. Tabakswittevlieg heeft een hogere overleving bij temperaturen boven de 25°C dan kaswittevlieg.

 

Maatregelen

Tabakswittevlieg kan biologisch bestreden worden door het inzetten van sluipwespen. De larven kunnen direct worden gedood en leeggezogen door de sluipwesp (host-feeding).

Belangrijker is de parasitering: afhankelijk van de soort sluipwesp legt deze een ei onder (Eretmocerus) of in (Encarsia) een larve van de wittevlieg. De sluipwesplarve ontwikkelt zich uiteindelijk tot een nieuwe sluipwesp.

Andere biologische bestrijdingsmethodes zijn het inzetten van roofwantsen (Macrolophus), roofmijten (A. swirskii) of bespuiting met een schimmel (o.a. Verticillium).

Tabakswittevlieg kan ook chemisch bestreden worden, maar ontwikkeld gemakkelijk resistentie tegen insecticiden. Informatie over chemische gewasbeschermingsmiddelen is te vinden op de website van het CTB (College Toelating Bestrijdingsmiddelen) in Wageningen.

 

Meer informatie:

Aanvullende informatie

Foto's

 

Ook vatbaar

In samenwerking met groenkennisnet.nl