Herkenning
Naast de hoofdnerf lichtgroene blaasmijnen. In het voorjaar ontstaan lichtgroene gangen. Later verwelken en verdrogen de bladeren gevolgd door bladval.
Levenswijze
De hulstvlieg overwintert in blaasmijnen die in de nazomer zijn gevormd. In het voorjaar vreten de larven het bladmoes weg, waardoor de mijnen steeds groter worden. Vervolgens verpoppen ze zich. In mei verlaten ze de mijnen. Ook de volwassen vliegen leven van hulstbladeren, ze prikken in bladeren en zuigen de cellen leeg. Eind mei worden de eieren afgezet in de hoofdnerf van de jonge bladeren. De larven vreten zich in de richting van de bladtop. Later verlaten ze de hoofdnerf en vormen ernaast een mijn. De aantasting verloopt uiterst langzaam.
Maatregelen
- Minder vatbare (resistente) soorten of rassen gebruiken
- Zorgen voor goede groeiomstandigheden
- Aangetaste bladeren verwijderen en vernietigen.
- Regelmatig snoeien.
- Chemische en biologische bestrijding, zie Gewasbescherminggids van de PD of de digitale Gewasbeschermingkennisbank).