Herkenning
Fruitspintmijt kan bij afwezigheid van natuurlijke vijanden een belangrijke plaag vormen in de fruitteelt en de vruchtboomkwekerij. De mijten zuigen aan de onderkant van de bladeren de cellen leeg.
Beschadigde cellen drogen uit en dat zorgt ervoor dat bladeren een bruine gloed krijgen. Bij zware aantasting neemt de vitaliteit van de boom af, komen vruchten moeilijker op kleur en vermindert de kwaliteit van de nieuw gevormde knoppen. De fruitspintmijt is een 0,4 mm grote mijt, waarvan het vrouwtje roodbruin is met lichte haren in witachtige bultjes en het mannetje gelig is met rode oogvlekken en lange poten. Het mannetje is iets kleiner dan het vrouwtje en heeft een meer langgerekt lichaam. De wintereieren zijn glimmend donkerrood en in grote groepen op het hout te vinden van augustus tot mei. Ze zitten vooral op meerjarig hout, aan de onderkant van de takken en in oksels. Larven en volwassen mijten zijn eigenlijk alleen met een loupe waar te nemen. De mijten zitten vaak tegen de hoofdnerf van de bladeren.